36 |
de knop 'PTT' in en spreekt u de reden in.
De volgende informatie (indien beschikbaar) moet deel uitmaken
van de noodoproep:
•
Type noodgeval (indien geselecteerd).
•
Positie-informatie (de laatste positie die is verkregen van het
GPS-systeem of de handmatig ingevoerde positie wordt 23,5 uur
bewaard of tot het apparaat wordt uitgeschakeld).
Group (Groep)
Hiermee doet u een oproep aan een bekende groep vaartuigen die
allemaal het zelfde GCID-nummer (groepsoproep-id) gebruiken.
U kunt de oproep starten door een bestaande groep te selecteren in
de groepslijst, door een nieuwe GCID in te voeren of door een groep
te selecteren in de lijst RECENT.
Wanneer de pagina SEND TO (Verzenden naar) wordt weergegeven,
draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u wilt
gebruiken voor spraakcommunicatie.
All ships (Alle schepen)
Hiermee doet u een oproep aan alle vaartuigen met een DSC-radio
die zich binnen het bereiken bevinden, vergelijkbaar met een
noodoproep. U moet het type oproep selecteren: SAFETY (Veilig-
heid) of URGENCY (Spoed).
Wanneer de pagina SEND TO (Verzenden naar) wordt weergegeven,
draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u wilt
gebruiken voor spraakcommunicatie.
Call logs (Oproeplogs)
Dit bevat een lijst oproepen van het type SENT (Verzonden),
RECEIVED (Ontvangen) en DISTRESS (Nood).
POS request (Positieverzoek)
Hiermee verzendt u een positieverzoek naar een ander vaartuig. U
kunt de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren
in de lijst CONTACTS (Contacten), door het MMSI-nummer van een
ander vaartuig in te voeren via MANUAL (Handmatig) of door een
vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
Er is geen spraakcommunicatie vereist en daarom wordt er geen
optie gegeven om een kanaal tussen schepen te selecteren.
Menu DSC-oproep |
RS40 gebruikershandleiding