6
Duwwerking
De motoren van de rolstoel zijn voorzien van magneetremmen die voorkomen dat de rolstoel
ongecontroleerd gaat rollen wanneer de bedieningskast uitgeschakeld is. Om de rolstoel te duwen,
moeten de magneetremmen met de hand worden ontkoppeld.
6.1
Motoren ontkoppelen (Storm³ met normale motoren)
ATTENTIE: gevaar door ongecontroleerd wegrollen van het elektrische voertuig!
• In ontkoppelde toestand (schuifwerking in vrijgeschakelde toestand) werken de motorremmen
niet! Wanneer het voertuig wordt weggezet, moet de koppeling in ieder geval in de positie
"Rijden" staan (motorrem in werking)!
ATTENTIE! Als de ontkoppelingshendel wordt
verbogen, werkt het vergrendelmechanisme niet
meer! De motoren kunnen dan tijdens de rit
automatisch ontkoppelen!
• De hendel alleen met de hand en met geringe kracht
bedienen, nooit met de voet bedienen!
• Als de hendel verbogen is, moet hij weer recht worden
gebogen! In ingekoppelde toestand moet de hendel bij
de ronde verhoging spelingvrij tegen de motor liggen
(A)!
LET OP:
De motoren kunnen alleen door een begeleider worden losgekoppeld, niet door de gebruiker!
Dit zorgt ervoor dat de motoren alleen kunnen worden losgekoppeld als er een begeleider
aanwezig is om de rolstoel te vergrendelen om onbedoeld wegrollen te vermijden.
40