— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De dichtheid van de steken wijzigen
Pas de steeklengte aan.
• Zie "Steeklengte aanpassen" (pagina 59) voor
meer informatie.
• Als de stof niet wordt doorgevoerd
(bijvoorbeeld als deze te dik is), maakt u de
steekdichtheid kleiner.
De steekbreedte wijzigen
Pas de steekbreedte aan.
• Zie "Steekbreedte aanpassen" (pagina 58)
voor meer informatie.
Memo
Voordat u knoopsgaten maakt, controleert u
de steeklengte en de steekbreedte door een
proefknoopsgat te maken op een
overgebleven lapje stof.
Knoopsgaten maken in stretchstoffen
Gebruik een contourdraad wanneer u
knoopsgaten maakt in stretchstoffen.
Sla de contourdraad rond het deel van
a
knoopsgatvoet "A" (zie afbeelding).
b
Plaats deze in de openingen en maak de draad
vervolgens losjes vast.
c
Bevestig knoopsgatvoet "A".
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 44) voor
meer informatie.
52
d
Selecteer steek
Pas de steekbreedte aan de dikte van de
e
contourdraad aan.
Breng de persvoethendel en de
f
knoopsgathendel omlaag en begin met naaien.
g
Wanneer u klaar bent met naaien trekt u
zachtjes aan de contourdraad zodat deze niet
loshangt.
h
Trek de contourdraad met een handnaainaald
naar de achterkant van de stof en knoop hem
vast.
Knoopsgaten naaien/knopen aanzetten 93
53
of
.
3