— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Quilten
Wattering aanbrengen tussen de boven- en onderlaag
stof wordt "quilten" genoemd. Quilts kunt u gemakkelijk
naaien met de boventransportvoet en de quiltgeleider.
a
Rijg de stof vast die u wilt quilten.
b
Verwijder de persvoet en de persvoethouder.
• Zie "Persvoethouder verwijderen en
bevestigen" (pagina 46) voor meer informatie.
Haak de verbindingsvork van de
c
boventransportvoet op de naaldklemschroef.
a Verbindingsvork
b Naaldklemschroef
d
Breng de persvoethendel omlaag, plaats de
schroef voor de persvoethendel in de opening
en draai de schroef vast met de
schroevendraaier.
a Persvoethouderschroef
De boventransportvoet is bevestigd.
VOORZICHTIG
Draai de schroef stevig vast met de
schroevendraaier; anders raakt de naald
misschien de persvoet, waardoor de naald
kan verbuigen of breken.
Voordat u begint met naaien draait u het
handwiel langzaam naar u toe (tegen de
klok in) en controleert u of de naald de
persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald verbuigen of
breken.
a
b
a
e
Selecteer een steek.
• Zie "Steken selecteren" (pagina 51) voor
meer informatie.
Plaats aan elke kant van de persvoet een hand
f
en leid de stof gelijkmatig tijdens het naaien.
Opmerking
Kies voor een snelheid tussen langzaam en
middelmatig wanneer u werkt met de
boventransportvoet.
Gebruik een 90/14
huishoudnaaimachinenaald bij het quilten.
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken 109
3