— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Overhandse steken naaien met de zijsnijder
Met de zijsnijder kunt u zomen afwerken terwijl de rand van de stof wordt afgesneden. Er zijn vijf steken die u
kunt gebruiken voor overhandse steken met de zijsnijder.
Opmerking
Rijg de naald handmatig in wanneer u de zijsnijder gebruikt. Of bevestig de zijsnijder pas na het
inrijgen van de naald wanneer u de naaldinrijger gebruikt.
Steek
Zijsnijder
a
Verwijder de persvoet.
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 44) voor
meer informatie.
b
Haak de verbindingsvork van de zijsnijder op
de naaldklemschroef.
a
a Verbindingsvork
b Naaldklemschroef
Patroon
Toepassing
63
Rechte steken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
64
Zigzagsteken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
Rafelen voorkomen in dunne en
65
middelzware stof terwijl de stof
wordt afgesneden
66
Rafelen voorkomen in dikke stof
terwijl de stof wordt afgesneden
67
Rafelen voorkomen in dikke stof
terwijl de stof wordt afgesneden
b
Steekbreedte
[mm (inch)]
Autom
Autom
Handmatig
atisch
atisch
0,0
0,0–2,5
2,5
(0)
(0–3/32)
(3/32)
3,5
3,5–5,0
1,4
(1/8)
(1/8–3/16)
(1/16)
3,5
3,5–5,0
2,0
(1/8)
(1/8–3/16)
(1/16)
5,0
3,5–5,0
2,5
(3/16)
(1/8–3/16)
(3/32)
5,0
3,5–5,0
2,5
(3/16)
(1/8–3/16)
(3/32)
c
Plaats de zijsnijder zo dat de pen van de
zijsnijder op één lijn staat met de inkeping in
de persvoethouder en breng vervolgens
langzaam de persvoethendel omlaag.
a
a Inkeping in persvoethouder
b Pin
De zijsnijder is bevestigd.
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Handmatig
0,2–5,0
(1/64–3/16)
0,0–4,0
(0–3/16)
1,0–4,0
S
( 1/16–3/16)
1,0–4,0
( 1/16–3/16)
1,0–4,0
( 1/16–3/16)
b
Overhandse steken 83
3