DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
Nuttige naaitips
Hieronder worden enkele manieren beschreven om betere resultaten te bereiken. Raadpleeg deze tips bij het
naaien.
Proefnaaien
Nadat u de geschikte draad en naald hebt
geïnstalleerd voor de stof die u wilt naaien, worden
de steeklengte en de steekbreedte voor de
geselecteerde steek automatisch ingesteld. Naai eerst
een proeflapje. De resultaten variëren naar gelang het
soort stof en de steken die u naait. Voor het
proefnaaien gebruikt u dezelfde stof en draad als voor
uw naaiwerk. Controleer de draadspanning, de
steeklengte en de steekbreedte. Aangezien de
resultaten verschillen afhankelijk van de soort steek
en het aantal lagen stof, moet u het proefnaaien op
exact dezelfde manier doen als uw echte naaiwerk.
Van naairichting veranderen
a
Wanneer u bij een hoek komt, stopt u de
naaimachine.
Laat de naald omlaag (in de stof) staan. Als de
naald omhoog staat nadat de machine is
gestopt, drukt u op
naald omlaag te brengen.
b
Breng de persvoethendel omhoog en draai de
stof.
U draait de stof met de naald als as.
c
Breng de persvoethendel weer omlaag en ga
door met naaien.
68
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
(naaldstandtoets) om de
Rondingen naaien
Stop met naaien en wijzig vervolgens de naairichting
enigszins om rond de bocht te naaien. Voor meer
informatie over naaien met een gelijkmatige marge,
zie "Evenwijdige marge naaien" (pagina 70).
Wanneer u met een zigzagsteek langs een bocht
naait, selecteert u een kortere steeklengte, zodat u
een fijnere steek krijgt.
Dikke stoffen naaien
■ Als de stof niet onder de persvoet past
Breng de persvoethendel nog hoger om de
persvoet in de hoogste stand te zetten.