— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De draad raakt halverwege
het ontwerp op
Wanneer de bovendraad of de onderdraad opraakt
tijdens het borduren, stopt de machine. Zet de naald
ongeveer 10 steken terug en hervat het naaien.
Memo
Wanneer de onderdraad opraakt, knipt u de
draden af en verwijdert u het borduurraam
voordat u de onderdraad vervangt.
a
Plaats de bovendraad of onderdraad.
b
Druk op
Memo
Als het aantal steken niet wordt
weergegeven, geef dan het aantal steken
weer op het scherm. Voor meer informatie,
zie "Stoppen tijdens het borduren" (pagina
167).
c
Druk op
d
Druk op
ongeveer 10 steken te verplaatsen.
(een steek vooruit) verhoogt het aantal
steken.
e
Start het borduren opnieuw.
.
.
(een steek terug) om de naald
Stoppen tijdens het borduren
Wanneer het borduren tussentijds onderbroken
wordt, controleert u het aantal steken en de indeling
voordat u de machine uitzet.
Memo
Wanneer de machine wordt uitgezet,
worden de patroongrootte en -indeling weer
teruggezet op de oorspronkelijke instelling.
Als u de indeling hebt gewijzigd, moet u
deze opnieuw aanpassen.
a
Druk op
(start/stop-knop) om de
naaimachine te stoppen.
b
Controleer het huidige aantal steken op het
scherm en noteer dit.
Als het aantal steken niet wordt weergegeven,
drukt u op
(instellingstoets) en geeft u
met
het volgende scherm weer.
Druk op
om terug te keren naar het
vorige scherm.
c
Druk op
(borduurtoets).
De bevestigingsboodschap verschijnt.
Patronen bewerken en opslaan 167
4