— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
f
Schuif de kloskap op de klospen en zet de
klospen terug in de oorspronkelijke stand.
Schuif de kloskap zo ver mogelijk naar rechts,
zoals aangegeven, met de afgeronde kant naar
links.
VOORZICHTIG
● Als de draadklos of de kloskap niet op de
juiste plaats zit, kan de draad verward
raken rond de klospen of kan de naald
breken.
g
Trek de draad van de klos en leid de draad
onder de haak van de draadgeleider.
a Draadgeleider
h
a
i
Leid de draad achter het draadgeleiderdeksel
en naar voren.
Houd met uw rechterhand de draad dicht bij de
klos vast en trek de draad met uw linkerhand
zoals hieronder aangegeven.
b
c
a Draadgeleiderdeksel
b Draadgeleider
c Draad
d Wanneer de persvoethendel omlaag staat
Opmerking
Gebruik beide handen om de draad achter
het draadgeleiderdeksel te leiden. Als u de
draad niet vasthoudt met uw rechterhand,
hangt de draad los en kunt u hem niet
vastzetten in de draadgeleiderveer. Dan is
de draadspanning mogelijk niet goed.
Zet de persvoethendel omhoog voordat u de
draad achter het draadgeleiderdeksel leidt.
Als de persvoethendel omlaag staat, is de
draadgeleiderveer gesloten en kunt u de
draad niet goed om de draadgeleiderveer
hangen.
Leid de draad door de geleiders, in
onderstaande volgorde.
3
1
2
4
Bovendraad inrijgen 33
a
d
1