De afbeelding geeft aanbevelingen voor de motorkrachtinstelling overeenkomstig
het lichaamsgewicht en de radiusinstelling. De motorkracht heeft een invloed op
de trainingsweerstand en de spasmedetectie.
m = massa (gewicht) van de gebruiker, M = koppel (kracht) van de motor
De motorkracht instellen op de individuele behoeften van de gebruiker:
De motorkracht in het submenu begrenzen
Bovenlichaamtraining
Voor de bovenlichaamtraining rekening houden met de markeringen
Welke gewrichtskrachten er na instelling van de motorkracht op de gebruiker
Opmerking
kunnen inwerken wordt in de onderstaande grafiek beschreven.
15.2 Gewrichtskracht
De gewrichtskrachten die op de gebruiker inwerken
De motorkracht kan ingesteld worden tussen 2 en 8 Nm voor de bovenlichaamtrainer.
Opmerking
66
THERA-Trainer tigo / THERA-Trainer veho - gebruiksaanwijzing
m (kg)
(1) Positie 1 = radiusinstelling 6,5 cm
(2) Positie 2 = radiusinstelling 7,5 cm
(3) Positie 3 = radiusinstelling 8,5 cm
(4) Positie 4 = radiusinstelling 9,5 cm
(5) Positie 5 = radiusinstelling 10,5 cm
(6) Positie 6 = radiusinstelling 11,5 cm
-
= markeringen van de traploze radiusinstelling
= zeer kleine radius, komt bij de 2-traps radiusinstelling ongeveer overeen
met markering 2
= zeer grote radius, komt bij de 2-traps radiusinstelling ongeveer overeen
met markering 6
(zie hoofdstuk 18.2 Bedienings- en display-unit met 5,7''-/7''-/10,4"-kleurenscherm
en zie Bedienings- en display-unit tigo/veho 2,7''-radio).
Hoge motorkracht:
–
hoge trainingsweerstand
–
late spasmedetectie
Lage motorkracht:
–
lage trainingsweerstand
–
vroege spasmedetectie
–
voor gevoelige gewrichtsapparaten
= lange crank (110 mm)
= korte crank (75 mm)
moeten bij elke training worden gecontroleerd.
zijn hoger naarmate de radiusinstelling kleiner is en naarmate de ingestelde
motorkracht hoger is.
M (Nm)
en
Art.nr: A002-622_Rev 03
Laatst bijgewerkt: KW20/2018
.