10.2 Trainingsplanning
Ter verbetering van de mobiliteit, de kracht en het uithoudingsvermogen:
Regelmatig trainen.
In korte sessies trainen om overbelasting te voorkomen.
Met max. 15 minuten per trainingssessie beginnen.
Om op te warmen beginnen met een langzame en passieve training en
De trainingstijd en de snelheid in kleine stappen verhogen en meer actieve
Het is mogelijk om meermaals per dag te trainen op voorwaarde dat er geen
10.3 Passieve en actieve training
Passieve training
Actieve training
10.4 Verhoogde spierspanning/spasmen
Reduceren van de spierspanning
Het is mogelijk dat de tonusreductie meerdere uren duurt.
Het trainingsprogramma samen met de arts of therapeut aanpassen.
Bij het optreden van een spasme tijdens de training:
Afhankelijk van de individuele behoeften is het mogelijk de draairichting
Opmerking
na een herkend spasme te veranderen.
36
THERA-Trainer tigo / THERA-Trainer veho - gebruiksaanwijzing
overgaan naar een lichte en actieve training met weinig trainingsweerstand.
spiertraining met verhoogde trainingsweerstand oefenen.
negatieve bijverschijnselen optreden en het individuele prestatievermogen
niet wordt overschreden.
De THERA-Trainer beweegt de gebruiker.
–
Er wordt geen gebruik gemaakt van de eigen spierkracht.
De THERA-Trainer levert de nodige energie.
Na het inschakelen begint de THERA-Trainer altijd met een passieve training
met vooringesteld toerental.
Door de actieve beweging van de gebruiker in dezelfde richting wisselt
de THERA-Trainer automatisch naar een actieve training.
De gebruiker werkt met eigen spierkracht tegen een ingestelde
trainingsweerstand.
met langzame en gelijkmatige rotatiebewegingen.
met een kleine crankradius.
De elektronica van de THERA-Trainer herkent de spasme.
De motor stopt onmiddellijk wanneer het anti-spasmecircuit ingeschakeld
is (fabrieksinstelling).
De THERA-Trainer draait na een korte vertraging in voorwaartse richting
verder (fabrieksinstelling).
Art.nr: A002-622_Rev 03
Laatst bijgewerkt: KW20/2018