4 INSTALLATIE
Gedurende de installatie en het in gebruik stellen van de
ChargeMaster
Plus
zijn
veiligheidsinstructies van toepassing.
4.1
UITPAKKEN
De doos waarin de ChargeMaster Plus is geleverd, bevat
behalve het apparaat:
Montagebeugel om de ChargeMaster Plus tegen een
muur te bevestigen
Accutemperatuursensor
MasterBus-terminator
Deze gebruikershandleiding
Controleer na het uitpakken de inhoud op mogelijke
beschadigingen. In geval van beschadigingen moet u het
product niet gebruiken. Neem in geval van twijfel contact
op met uw leverancier.
Controleer aan de hand van de typenummerplaat (zie
paragraaf 1.4) of de accuspanning overeenkomt met de
nominale uitgangsspanning van de ChargeMaster Plus
(bijv. een accuset van 24 V voor een acculader van 24 V).
4.2
GEBRUIKSOMGEVING
Neem tijdens installatie de volgende voorwaarden in acht:
De ChargeMaster Plus is ontworpen voor alleen
gebruik binnenshuis.
Omgevingstemperatuur: -25 °C ... 80 °C / -13°F ...
176°F; (vermogensafname boven 40 °C / 104°F om de
interne koelplaattemperatuur te verlagen).
Output Power vs Temperature
120
100
80
60
40
20
0
Temperature (°C)
Luchtvochtigheid: 0-95%, niet-condenserend
Monteer de ChargeMaster Plus verticaal, met de
verbindingskabels naar beneden.
Stel de ChargeMaster Plus niet bloot aan bovenmatig
stof, agressieve omgevingen, ammoniak of zout.
Zorg ervoor dat de tijdens bedrijf ontstane warme lucht
kan ontsnappen. De ChargeMaster Plus dient zodanig
altijd
de
belangrijke
te worden gemonteerd dat er geen blokkade van de
luchtventilatie kan ontstaan.
Houd ten minste 10 cm / 4 inches rondom de
ChargeMaster Plus vrij.
Plaats de ChargeMaster Plus niet in het dezelfde
compartiment als de accu's.
Installeer de ChargeMaster Plus nooit recht boven de
accu's i.v.m. mogelijke corrosieve accudampen.
Als de ChargeMaster Plus in de onmiddellijke nabijheid
van woonruimten wordt geïnstalleerd, moet u er
rekening mee houden dat de ventilator van de
ChargeMaster Plus tijdens het bedrijf lawaai kan
produceren.
Hoewel de ChargeMaster Plus volledig voldoet aan
alle betreffende limieten voor elektromagnetische
straling, kan deze desondanks schadelijke interferentie
bij radiocommunicatieapparatuur veroorzaken. Indien
dergelijke interferentie optreedt, wordt aanbevolen om
de afstand tussen de ChargeMaster Plus en de
apparatuur te vergroten, de ontvangstantenne te
verplaatsen of de apparatuur aan te sluiten op een
ander circuit dan dat waarop de ChargeMaster Plus is
aangesloten.
4.3
BEDRADING
WAARSCHUWING!
De draaddoorsneden en zekering waardes in
deze
handleidingen
voorbeeld. Voorgeschreven draaddoorsneden
en zekering waardes kunnen afwijken vanwege
plaatselijke voorschriften en normen.
4.3.1
DC-bekabeling
Houd in gedachten dat er grote stromen door de DC-
kabels kunnen lopen. Houd de lengte van de kabels zo
kort mogelijk, zodat de verliezen tot een minimum beperkt
worden. De aanbevolen minimale doorsnede van de
accukabels is:
ChargeMaster
Doorsnede DC-kabel:
Plus-model
< 3 m
12/75-3
25 mm² / AWG2
12/100-3
35 mm² / AWG1
24/40-3
16 mm² / AWG4
24/60-3
25 mm² / AWG2
Werk
de
kabeluiteinden
aansluitklemmen moeten met een geschikte krimptang
worden
aangekrompen.
draadkleuren voor de kleur van DC-draad, of in elk geval
verschillende kleuren om duidelijk onderscheid te maken
dienen
slechts
als
3-5 m
35 mm² / AWG1
50 mm² / AWG0
25 mm² / AWG2
35 mm² / AWG2
af
met
ringklemmen.
De
Gebruik
de
volgende
15