UBat
Spanning
12 V
0,00 V - 2,50 V
2,50 V – 8,00 V
8,00 V – 10,00 V
10,00 V – 14,25 V
>14,25
UBat
Spanning
0,00 V – 5,00 V
24 V
5,00 V – 16,00 V
16,00 V – 20,00 V
20,00 V – 28,50 V
>28,50
SMART-AANSLUITING – UITGANG 3
3.5
De
Chargemaster
is
uitgerust
uitgangen. De totale uitgangsstroom wordt verdeeld over
deze drie uitgangen. Zie paragraaf 4.6 voor aansluitingen.
Uitgang 3 is de Smart-aansluiting, waarvan de stroom kan
worden beperkt en die als een uitgang en als een ingang
kan dienen voor het opladen van accu 1 en 2.
De Smart-aansluiting biedt de volgende bedrijfsmodi:
10 A-starter
Starter
Starter + dynamo
Volg hoofd uitgang
Volg hoofd uitgang + dynamo
12 V constante spanning
24 V constante spanning
12 V 3-traps+
3.5.1
10 A-starter
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, Smart-aansluiting 3 is nu beperkt tot 10 A om
een starteraccu veilig op te laden.
3.5.2
Starter
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, de stroom van Smart-aansluiting 3 is nu
beperkt om een starteraccu veilig op te laden. Een 24 V
lader kan een 24 V- of 12 V-starteraccu laden met een
eigen laadprofiel. Instellingen worden geconfigureerd via
MasterBus, zie paragraaf 5.2.
3.5.3
Starter + dynamo
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, de Smart-aansluiting werkt als een VSR
(spanningsgevoelig relais). Als er geen AC-vermogen
beschikbaar is en de dynamo de starteraccu oplaadt, kan
Uitgangsvermogen
15-30% van Imax
25% van Imax
lineair van 25% - 100% van
Imax
100% van Imax
Beperkt door Pmax
Uitgangsvermogen
15-30% van Imax
25% van Imax
lineair van 25% - 100% van
Imax
100% van Imax
Beperkt door Pmax
met
drie
volledige
de dynamo ook worden gebruikt om accu 1 en 2 op te
laden. De drempelspanning die wordt gebruikt om over te
schakelen, kan worden geconfigureerd via MasterBus. Zie
paragraaf 5.2
3.5.4
Volg hoofd uitgang
Bedrijfsmodus voor drie accu's; de lader is geconfigureerd
met
drie
volledige
uitgangen.
opgeladen met dezelfde instellingen.
3.5.5
Volg hoofd uitgang + dynamo
Bedrijfsmodus voor drie accu's; de lader is geconfigureerd
met
drie
volledige
uitgangen.
opgeladen met dezelfde instellingen. De Smart-aansluiting
werkt als een VSR (spanningsgevoelig relais). Als er geen
AC-vermogen beschikbaar is en de dynamo de start accu
oplaadt, kan de dynamo ook worden gebruikt om accu 1
en 2 op te laden. De drempelspanning die wordt gebruikt
om
over
te
schakelen,
MasterBus. Zie paragraaf 5.2
3.5.6
12 V constante spanning
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, de stroom van de Smart-aansluiting is beperkt
en ingesteld op een constante spanning van 12 V.
3.5.7
24 V constante spanning (alleen 24 V-model)
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, de stroom van de Smart-aansluiting is beperkt
en ingesteld op een constante spanning van 24 V.
3.5.8
12 V 3-traps+
(alleen 24 V-model)
Uitgangen 1 en 2 zijn geconfigureerd als volledige
uitgangen, de stroom van de Smart-aansluiting is nu
beperkt en ingesteld op het 3-traps+ oplaad-algoritme. In
de 12 V 3-traps-plus-configuratie kunnen de volgende
typen accu's worden geselecteerd: AGM, GEL, nat, AGM-
spiraal.
3.6
ONDERHOUD
De ChargeMaster Plus vereist geen specifiek onderhoud.
Controleer uw elektrische installatie op regelmatige basis, ten
minste eenmaal per jaar. Gebreken zoals losse verbindingen,
doorgebrande
bedrading
verholpen.
Gebruik eventueel een zachte droge doek om de
behuizing van de ChargeMaster Plus schoon te maken.
Gebruik nooit vloeibare of bijtende middelen, zoals
oplosmiddelen, alcohol, petroleum of schurende middelen.
Alle
accu's
worden
Alle
accu's
worden
wordt
geconfigureerd
enz. moeten direct
worden
via
13