ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTR UCTIES
Zal mijn hand de kettingrem bij terugsla g
altijd activeren?
Nee . Er is een zekere kracht voor nodig om de
terugslagbeveiliging naar voren te bewegen. Als uw hand de
terugslagbeveiliging slechts licht beroert of eroverheen gaat,
kan het gebeuren dat de kracht niet voldoende groot is om de
kettingrem te activeren. Ook wanneer u werkt, moet u de
handgrepen van de motorzaag stevig beet houden. Als u dat
doet en u krijgt terugslag, laat u misschien nooit uw hand los
van de voorhandgreep en activeert u de kettingrem niet, of de
kettingrem wordt pas geactiveerd wanneer de zaag al
eventjes heeft kunnen rondslingeren. In zo'n situatie kan het
voorkomen dat de kettingrem de ketting niet kan stoppen voor
deze u raakt.
Er zijn ook bepaalde werkhoudingen waardoor uw hand niet
bij de terugslagbeveiliging kan om de kettingrem te activeren,
bijv. wanneer de zaag in velpositie wordt gehouden.
Zal de kettingrem altijd door de traa gheid
worden geactiveerd, wanneer terugslag
optreedt?
Nee . Ten eerste moet uw rem functioneren. Het is makkelijk
de rem te testen, zie de instructies in het hoofdstuk Controle,
onderhoud en service van de veiligheidsuitrusting van de
motorzaag. Wij raden aan dat u dit doet, iedere keer voor u
begint te werken. Ten tweede moet de terugslag voldoende
sterk zijn om de kettingrem te activeren. Als de kettingrem
gevoelig zou zijn, zou deze voortdurend worden geactiveerd,
wat lastig zou zijn.
Zal de kettingrem me altijd besc hermen
tegen letsel als terugslag voorkomt?
Nee . Ten eerste moet uw rem functioneren om de bedoelde
bescherming te geven. Ten tweede moet hij zo worden
geactiveerd als hierboven beschreven, om de zaagketting bij
terugslag te stoppen. Ten derde kan de kettingrem worden
geactiveerd, maar wanneer het zaagblad te dicht bij u is, kan
het gebeuren dat de rem niet op tijd afgeremd is om de ketting
te stoppen voor de motorzaag u raakt.
Alleen uz elf en een juiste arbeidstechniek kunnen
terugslag en de bijbehorende risico's elimineren.
Gashendelver grendeling
De gashendelvergrendeling is geconstrueerd om
onopzettelijke activering van de gashendel te voorkomen.
Wanneer de vergrendeling (A) in het handvat wordt gedrukt (=
wanneer men het handvat vasthoudt) wordt de gashendel
ontkoppeld (B). Wanneer men het handvat loslaat, gaan
zowel de gashendel als de gashendelvergrendeling terug
naar hun respectievelijke beginposities. Deze positie houdt in
dat de gashendel automatisch vergrendeld wordt op
stationair draaien.
A
B
Kettingvanger
De kettingvanger is geconstrueerd om een losgeraakte of
gebarsten ketting op te vangen. Dit kan meestal voorkomen
worden door de ketting juist aan te spannen (zie instructies in
het hoofdstuk Monteren) en voor goed onderhoud en service
van het zaagblad en de ketting te zorgen (zie de instructies in
het hoofdstuk Algemene werkinstructies).
Trillingdempingssysteem
Uw machine is uitgerust met een trillingdempingssysteem dat
geconstrueerd is om zo trillingvrij en comfortabel mogelijk
met de zaag te kunnen werken.
Het trillingdempingssysteem van de machine reduceert het
overbrengen van de trillingen van de motoreenheid/
snijuitrusting op de handvateenheid van de machine.
Het motorzaaghuis inclusief de snijuitrusting is via een
zogenaamd trillingdempend element opgehangen in de
handvateenheid.
Zagen in een harde houtsoort (de meeste loofbomen)
veroorzaakt meer trillingen dan zagen in een zachte
houtsoort (de meeste naaldbomen). Zagen met een botte of
verkeerde snijuitrusting (verkeerd type of verkeerd geslepen)
verhoogt het trillingniveau.
WAARSCHUWING! Als men teveel wordt
!
blootgesteld aan trillingen, kan dit tot
bloedvat- en zenuwbeschadigingen leiden
bij personen die een slechte bloedcirculatie
hebben. Consulteer uw dokter wanneer u
symptomen heeft die wijzen op te grote
blootstelling aan trillingen. Voorbeelden van
zulke symptomen zijn slapen, geen gevoel,
"kriebels" , "speldeprikken", pijn, geen of
minder kracht, huidverkleuringen of
veranderingen van het huidoppervlak. Deze
symptomen komen meestel voor op vingers,
handen of polsen. Deze symptomen kunnen
toenemen bij koude temperaturen.
– 9
Dutch