Voor ieder gebruik:
1
3
2
4
6
8
1 Controleer of de kettingrem goed werkt en niet
beschadigd is.
2 Controleer of de gashendelvergrendeling goed werkt en
niet beschadigd is.
3 Controleer of het stopcontact goed functioneert en
onbeschadigd is.
4 Controleer of alle handvatten vrij van olie zijn.
5 Controleer of het trillingsdempingssysteem goed werkt en
niet beschadigd is.
6 Controleer of de geluiddemper goed vast zit en niet
beschadigd is.
7 Controleer of alle onderdelen van de motorkettingzaag
vastgedraaid zijn en dat ze niet beschadigd zijn of
ontbreken.
8 Controleer of de kettingvanger op zijn plaats zit en niet
beschadigd is.
9 Controleer de kettingspanning.
Algemene werkinstructies
BELANGRIJK!
In dit hoofdstuk nemen we de basisveiligheidsregels voor
het werken met een motorkettingzaag door. Deze
informatie kan nooit de kennis vervangen die een vakman
via opleidingen en praktische ervaring heeft verworven.
Wanneer u in een situatie belandt waarin u niet goed weet
hoe u verder te werk moet gaan, moet u een expert
raadplegen. Wend u tot uw dealer, uw servicewerkplaats of
een ervaren motorkettingzaaggebruiker. Vermijd gebruik
waarvan u vindt dat u niet voldoende gekwalificeerd bent!
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken, moet u weten
wat terugslag is en hoe dit voorkomen kan worden. Zie
instructies in het hoofdstuk Maatregelen die terugslag
voorkomen.
Voor u de motorkettingzaag gaat gebruiken moet u
begrijpen wat het verschil is tussen zagen met de
onderkant en zagen met de bovenkant van het zaagblad.
Zie de instructies in het hoofdstuk Maatregelen om
terugslag te voorkomen en De veiligheidsuitrusting van de
machine.
Onderhoudswerk aan bomen met een motorkettingzaag
boven de grond, waarbij het vasthouden van de zaag met
slechts èèn hand kan voorkomen, mag alleen worden
uitgevoerd door personen met ervaring in en opleiding voor:
•
onderhoud aan bomen
•
klimtechniek
ARBEIDSTECHNIEK
•
•
Bij onderhoudswerk aan bomen boven de grond moet de
motorkettingzaag gezekerd worden. Zeker de
motorkettingzaag door een veiligheidsriem vast te maken in
het bevestigingsgat van de motorkettingzaag.
Draag altijd persoonlijke veiligheidsuitrusting. Zie instructies
in het hoofdstuk Persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Basisveiligheidsregels
1 Controleer de omgeving:
•
•
N.B.! Volg de hierboven genoemde punten maar gebruik de
motorkettingzaag nooit als u niet de mogelijkheid heeft om
hulp in te roepen in geval van een ongeval.
2 Al het onderhoudswerk aan bomen boven de grond moet
3 Bij onderhoudswerk aan bomen boven de grond moet het
4 Gebruik de motorkettingzaag niet in ongunstige
5 Wees extra voorzichtig bij het afzagen van kleine takken
veiligheidsvoorschriften bij klimmen
extra veiligheidsuitrusting zoals draagstel, ogen, riemen,
touwen, veiligheidshaken en andere valbrekende
maatregelen voor zowel persoon als motorkettingzaag.
Om ervoor te zorgen dat u de controle over uw machine
niet kunt verliezen vanwege omstanders, dieren of een
andere reden.
Om te voorkomen dat omstanders en dieren in contact
komen met de ketting of geraakt worden door de vallende
boom en gewond raken.
uitgevoerd worden door twee of meer personen met de
juiste opleiding (zie de aanwijzingen boven, bij de kop
Belangrijk). Ten minste èèn persoon moet op de grond zijn
om in een noodsituatie een veilige reddingsactie te
kunnen uitvoeren en/of hulp in te kunnen roepen.
werkgebied altijd beveiligd worden en gemarkeerd
worden met borden, linten of iets dergelijks. De
perso(o)n(en) die zich op de grond bevinden moeten altijd
voordat zij het beveiligde werkgebied betreden,
degene(n) die boven de grond werken hiervan in kennis
stellen.
weersomstandigheden. B.v. bij dichte mist, hevige regen,
harde wind, hevige koude enz. Werken in slechte
weersomstandigheden is vermoeiend en kan tot
gevaarlijke situaties leiden, zo kan de grond glad zijn, de
wind de valrichting van de boom beïnvloeden enz.
en zaag niet in struiken (= veel kleine takken
tegelijkertijd). Kleine takken kunnen na het afzagen
vastraken in de ketting, in uw gezicht e.d. geslingerd
worden en ernstige verwondingen veroorzaken.
– 21
Dutch