4.
Plaats de middelste moer zodanig dat na het opsteken
van het bovenste dakankerdeel het voorste oplegbereik
tegen de dakbedekking aanligt (3). Let hierbij op de cor-
recte positie van het bovenste, middelste en onderste
dakanker.
4
5
5.
Positioneer het dakanker op de middelste moer (4).
6.
Schroef de tweede moer erop en draai deze vast (5).
–
Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 17
7.
Snijd de draadstang direct boven de moer af (6).
8.
Ontbraam het snijpunt.
4.4.2
Collectoren monteren
Gevaar!
Lichamelijk letsel en materiële schade
door het vallen van een collector!
Een collector kan bij ondeskundige bevesti-
ging vallen.
▶
Trek de klemelementen vast.
▶
Controleer de reglementaire spanning
door aan de klemklauwen te schudden.
▶
Als een klemklauw bewogen kan worden,
draai dan de moer vast.
1.
Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende
hoofdstukken aangegeven.
Aanwijzing
Montagerails en klemelementen kunnen niet
tegelijk bewogen worden.
0020077988_04 auroTHERM exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
3
6
Montagerails monteren
2.
Bevestig de montagerails met de klemelementen aan
de dakankers.
3.
Positioneer de onderste rail zo ver mogelijk onderaan
op het dakanker.
Montagerails verbinden
4.
Steek de verbindingselementen aan de zijkant in de
montagerails tot ze voelbaar vastklikken.
5.
Verbind de montagerails met elkaar.
6.
Bevestig de montagerails met de klemelementen aan
de dakankers.
Montagerails uitbalanceren
2
7.
Bevestig de montagerails horizontaal.
8.
Compenseer eventuele hoogteverschillen door het ver-
schuiven van de klemelementen.
9.
Trek hiervoor het klemelement naar boven (1), ver-
schuif het (2) en laat het opnieuw los om vast te klikken.
Montage 4
1
25