4 Montage
▶
Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermij-
den, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal
dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Ti-
chelmann-systeem).
4.1.7
Dakdoorvoer voorbereiden
Voorwaarde: Montage op een hellend dakvlak
Opgelet!
Schade aan gebouwen door indringend
water!
Bij een ondeskundige dakdoorvoer kan wa-
ter in het gebouw dringen.
▶
Zorg voor een deskundige dakdoorvoer.
▶
Snijd de onderspanbaan V-vormig in.
▶
Sla de bovenste bredere lap op de daaroverliggende
en de onderste smallere lap op de daaronderliggende
daklat om.
▶
Bevestig de onderspanbaan strak aan de daklat om het
vocht aan de zijkant te doen aflopen.
Voorwaarde: Montage op een plat dak
Opgelet!
Ondichtheden door vernietiging van de
dakhuid!
Bij vernietiging van de dakhuid kan er water
in het gebouw dringen.
▶
Zorg bij het opstellen op dakdichtings-
vlakken voor voldoende bescherming van
de dakhuid.
▶
Plaats over een grote oppervlakte be-
schermmatten onder het opstellingssys-
teem.
▶
Controleer na de montage bij direct vast-
geschroefde frames de dichtheid van het
gebouwomhulsel.
▶
Laat een dakdekker voor de dakdoorvoer zorgen.
10
Installatie- en onderhoudshandleiding auroTHERM exclusive 0020077988_04