(VFK V). bewaart deze, zodat de handleidingen en hulpmiddelen zo nodig beschikbaar zijn. De handleiding is van toepassing op het monteren van enkele rijen vlakkeplaatcollectoren van Vaillant in een hellend dakvlak. Daarbij wordt een collectorveld in het Toegepaste pictogrammen dak ingebouwd.
Toelichting op soort en bron van het gevaar. van de geldende nationale voorschriften. > Maatregelen om het gevaar af te wenden. > Beveilig uzelf tegen vallen met behulp van de Vaillant- veiligheidsgordel. > Zet het terrein in de valzone onder de werkplek vol- doende ruim af, opdat omstanders geen letsel kunnen oplopen door vallende voorwerpen.
75° ligt. Vookom een onjuiste werking van het systeem door luchtinsluitingen > Gebruik de Vaillant-vultrolley voor het vullen van de 2.5.1 Maximale windbelasting installatie om ingesloten luchtbellen te voorkomen. > Gebruik de op het collectorveld aangebracht handont- Vlakkeplaatcollectoren zijn geschikt voor een maximale luchter.
> Isoleer pijpleidingen thermisch conform de verwar- mingsvoorschriften. Let op de bestandheid tegen tem- peraturen (175 °C) en ultraviolet licht. > Vul het zonnesysteem uitsluitend met kant-en-klaar gemengd Vaillant-collectorvloeistof. Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
> Vul of spoel de vlakkeplaatcollector nooit met water. > Vul of spoel de vlakkeplaatcollector uitslui- tend met kant-en-klaar gemengd Vaillant- collectorvloeistof. > Controleer de collectorvloeistof regelmatig met behulp van een vorstveiligheidtester. Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
4 Aansluitschema Aansluitschema Neem goede nota van de planningsinformatie bij het dimensioneren van de volumestroom door het collectorveld. > Koppel vlakkeplaatcollectoren onderling aan de hand van de volgende regels: U kunt vlakkeplaatcollector op vier verschil- lende manier hydraulisch aansluiten, zoals op de tekening te zien is.
Pagina 9
Aansluitschema 4 Schakel de afzonderlijke rijen van het volle- dige collectorveld onderling altijd hydraulisch gezien parallel. > Schakel zoveel mogelijk vlakkeplaatcollec- toren in serie, maar nooit meer dan 12 stuks. > Schakel uitsluitend collectorrijen met een- zelfde belicht oppervlak parallel om uiteen- lopende drukverliezen in de deel-collector- velden te voorkomen.
Pagina 10
4 Aansluitschema Let op! Gevaar voor luchtinsluitingen door onvoldoende ontluchting! Bij drie of meer parallel gescha- kelde rijen collectoren geldt: Als u de afzonderlijke rijen bij het inbe- drijfnemen niet extra ontlucht, dan kunnen luchtinsluitingen ontstaan. Voor het ontluchten van de afzon- derlijke rijen hebt u extra afsluiters nodig.
Monteren 5 Monteren Benodigde gereedschappen Dit hoofdstuk beschrijf het monteren van een veld vlak- Gevaar! keplaatcollectoren in een aantal rijen, welke worden Gevaar voor persoonlijk letsel en materiële ingebouwd in een dak met een hellend dakvlak. schade! Bij daken, gemaakt van edeler metalen dan Het monteren van de collectoren verloopt aluminium (bijvoorbeeld een koperen dak) kan altijd in verticale kolommen.
5 Monteren Voorbereiden van de dakdoorvoer Inbouwsets Let op! De volgende tekeningen laten zien, welke constructiede- Gevaar voor beschadigingen door len u nodig hebt voor het in enkele rijen monteren van binnendringend water! verticale of horizontale vlakkeplaatcollectoren in schuine Bij een ondeskundig gemaakte dakdoorvoer daken.
Pagina 13
Monteren 5 Afb. 5.3 Inbouwset voor verticale collector (VFK 145/2/155 V) Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
Pagina 14
5 Monteren Op maat maken van het collectorveld Post Benaming Per collectorrij hebt u een hydraulische aansluitset en een hydraulische uitbreidingset per collector en per rij. Collector Voeding boven (met sensor) Aanwijzing voor extra daklatten (post 13) Retour (inlaat) In de inbouwset zijn extra daklatten opgenomen. De extra daklatten, welke u bij de inbouw gebruikt moet niet Stop (met ontluchting) dikker noch dunner zijn dan de aanwezige daklatten.
Pagina 15
Monteren 5 Afb. 5.5 Inbouwset horizontale collector (VFK 145/2/155 H) Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
Pagina 16
5 Monteren Post Benaming Op maat maken van het collectorveld Per collectorrij hebt u een hydraulische aansluitset en Collector een hydraulische uitbreidingset per collector en per rij. Aanvoer boven (met voeler) Aanwijzing voor extra daklatten (post 13) Retour (inlaat) In de inbouwset zijn extra daklatten opgenomen. De extra daklatten, welke u bij de inbouw gebruikt moet niet Stop (met ontluchting) dikker noch dunner zijn dan de aanwezige daklatten.
Monteren 5 Inbouwmaten > Verduidelijk voor uzelf de inbouwmaten van het col- lectorveld voorafgaand aan het inbouwen van vlakke- plaatcollectoren. > Houd tot de dakranden en tot de nok een afstand aan van minstens 1 meter. > Monteer de collectoren niet op een dakoverstek. Afb.
Na het monteren worden de extra dakvlakken weer toegedekt (C). Monteren Het monteren van vlakkeplaatcollectoren van Vaillant in verscheidene rijen op een schuin dak geschiedt altijd in loodrechte kolommen. Vlakkeplaatcollectoren hebben een horizontale ligging van de collector (VFK H) of een verticale ligging van de collector (VFK V).
Monteren 5 5.5.1 Voorbereiden van het dak Gevaar! Gevaar voor personele en materiële schade door instorten van het dak! Een dak met onvoldoend draagvermogen kan instorten door de extra last van de vlakke- plaatcollectoren. > Controleer de maximaal toegestane daklast voorafgaand aan het monteren! >...
5 Monteren 5.5.3 Monteren van de voorplaten > Monteer de voorplaten telkens aan het begin van een verticale collectorenkolom. > Houd u daarbij precies aan de hier beschreven volg- orde. Bij horizontale collectorligging hebt u steeds twee voorplaten nodig voor een verticale kolom.
Monteren 5 5.5.3.2 Overige voorplaten (middelste tot rechter voorplaat) > Gebruik tot en met de voorlaatste verticale collectorenkolom altijd een middenvoorplaat (¬ tabel 5.1/5.3, post 34): – Voor alle VFK 145/2/155 V's hebt u één midden- voorplaat nodig. – Voor alle VFK 145/2/155 H 's hebt u twee midden- voorplaten nodig.
Pagina 22
5 Monteren > Leg de middelste (of rechter) voorplaat (¬ tabel 5.1/5.3, post 34) van het frame klaar. > Knik de flexibele slab van het eerder gemonteerde voordeel aan de rechter zijde ter breedte van ca 3 cm (1). > Haal de bovenste beschermfolie van de geknikte flexibele slab boven tot aan de knik los (1).
Monteren 5 5.5.4 Monteren van de eerste verticale collectorenkolom Alvorens de eerste collector te monteren moet u het dak hebben voorbereid (¬ par. 5.5.1), de collectoren voor een collectorenkolom hebben klaargelegd (¬ par. 5.5.2) en de vereiste voorplaten hebben gemonteerd (¬...
Pagina 24
5 Monteren > Schroef rechts en links naast de afstand- houder de daklat op de spar vast; gebruik daarbij de schroeven nr. 3 (¬ tabel 5.2/5.4). > Neem nu de afstandhouder weer weg. > Houd de stand van de daklat onveranderd en schroef de daklat met de meegeleverde schroeven nr.
Pagina 25
Monteren 5 > Om de volgende collector te kunnen mon- teren, neemt u eerst de extra daklat weg waarmee u eerder de collector hebt geborgd (¬ afb. 5.9, par. 5.5.2). > Als u de extra daklat hebt weggenomen, dan laat u de collector langzaam naar beneden glijden tot hij tegen de afstand- houder rust.
Pagina 26
5 Monteren Uitsluitend bij twee stuks VFK H boven elkaar > Koppel de collectoren met behulp van een O-ring-pijpkoppeling (¬ tabel 5.3, post 7). > Borg de aansluiting met klemmen. Let op! Kans op schade aan de collector! Bij een ondeskundige montage van de pijpkoppeling kan de vlakke- plaatcollector beschadigd raken.
Monteren 5 Bij alle andere opstellingen (VFK H/V) > Steek de pijpkoppeling (¬ tabel 5.1/5.3, post 6) tot aan de aanslag in de opneemo- peningen in de zijkant van de collector (1). > Borg de pijpkoppelingen met behulp van de klemmen (2). Let op! Kans op schade aan de collector! Bij een ondeskundige montage van...
Pagina 28
5 Monteren Let op! Kans op ondichtheden door onnauwkeurige monteerpositie! Bij een onnauwkeurige montagestand van de collectoren kunnen ondichtheden ontstaan in de dakplaat van de dakinbouw. > Meet met behulp van een waterpas of de collectoren horizontaal liggen en één vlak met elkaar vormen.
Pagina 29
Monteren 5 > Ga vervolgens verder met het monteren en wel op dezelfde manier als bij de eerste verticale collectoren- kolom: – Schroef de vlakkeplaatcollectoren vast (¬ afb. 5.13), – Positioneer de afstandhouders en daklatten (¬ afb. 5.14), – Schroef de afstandhouders en daklatten vast (¬...
Pagina 30
> Borg de collectorsensor tegen uitglijden met behulp van een kabelbinder. > Vul de volledige collectorinstallatie. Gebruik daarbij de Vaillant-vultrolley om luchtinsluitingen te voorkomen. > Voer een dichtheidstest uit. > Neem de beschermfolie van de collectoren af. Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
Monteren 5 5.5.6 Monteren van de zijplaten en tussenplaten U moet de verschillende zijplaten evenals de verschil- lende tussenplaten in een bepaalde volgorde monteren: – Lange zijplaat links, aan de linker collector van de onderste horizontale rij. – Lange zijplaat rechts, aan de rechter collector van de onderste horizontale rij.
Pagina 32
5 Monteren > Druk de verticale tussenplaat (¬ tabel 5.1/5.3 post 28) in de verticale afstand tussen de collectoren. Let er daar- bij op dat de perforatie aan de onderzijde één vlak vormt met de onderkant van de collector. > Knik de plaat naar onderen toe om (¬...
Monteren 5 > Trek de folie van de korte zijplaten af. > Schuif de korte zijplaten (¬ tabel 5.1/5.3, post 22/23) over de collectoren links en rechts in de bovenste horizontale collec- torrij. > Let er daarbij op dat het desbetreffende zijplaat –...
Pagina 34
5 Monteren De ruimte tussen de bovenste collector (1) en de nok van het dak is nodig voor de nokplaat- koppeling (2) waarop dan de nokplaat wordt uitgelegd. Om een egaal vlak te maken, moet u zo nodig enkele daklatten (3) monteren. >...
Pagina 35
Monteren 5 Bij horizontale collectorligging > Breng de onderste nokplaatkoppeling (¬ tabel 5.1/5.3, post 16) boven de collec- tor aan: – altijd een op de buitenrand (max. 150 mm van de rand verwijderd). – altijd in het midden van de collector (1066 mm van de rand verwijderd).
Pagina 36
5 Monteren > Boor door de markering in de linker en rechter nokplaat een gat met een diame- ter van 4,5 mm in het zijplaat (1). > Zet de nokplaat met klinknagels vast aan het zijplaat (2). Afb. 5.35 Vastklinken van het frame >...
Monteren 5 5.5.8 Dek het dak weer toe > Neem de beschermfolie weg van het lijm- vlak van de flexibele slab (¬ tabel 5.1/5.3, post 17) weg. > Pas de flexibele slab aan op de vorm van de dakpan. > Lijm de flexibele slabben bij de overlappin- gen (1) aan elkaar vast.
5 Monteren > Sluit de vrije ruimten tussen collector en dakpannen. > Let erop dat de dakpannen aan de zijkant van het collectorveld – met hun middelste lijf (1) de zijplaten afsluiten, – vlak boven de afdichtband (2) liggen, – en met de lijmvlakken (3) van de flex- ibele slab zijn verlijmd.
- voor dat een Vlakkeplaatcollectoren, die niet in bedrijf zijn, erkende vakman of een technicus van kunnen door langdurig hoge temperaturen tij- Vaillant het zonnesysteem buitenbedrijf- dens stilstand versneld verouderen. neemt. > Zorg ervoor dat een erkende vakman het zonnesysteem buitenbedrijfneemt.
Neem de geldende nationale wettelijke voorschriften Fabrieksgarantie wordt verleend alleen indien de in acht. installatie is uitgevoerd door een door Vaillant Group Netherlands B.V. erkende installateur conform de installatievoorschriften van het betreffende product. Collectoren...
Technische gegevens 9 Technische gegevens Eenheid VFK 145/2 H/V VFK 155 H/V Absorbertype Serpentine horiz./vert. 1233 x 2033 x 80 (H) Afmetingen (l x b x h) 2033 x 1233 x 80 (V) Massa 2,16 (H) Inhoud 1,85 (V) Max. druk Stilstandtemperatuur °C Bruto-oppervlak...
9 Technische gegevens VFK 145/2 V, VFK 155 V 1223 1233 1178 Afb. 9.1 Maattekening VFK 145/2 V, VFK 155 V Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...
Pagina 43
Technische gegevens 9 VFK 145/2 H, VFK 155 H 2033 1978 Afb. 9.2 Maattekening VFK 145/2 V, VFK 155 V Handleiding voor het monteren van de auroTHERM 0020100604_02...