De collectoren mogen uitsluitend… – Buitenbedrijfstelling – verticaal worden gemonteerd. Horizontale montage is niet toegestaan. ▶ Ga te werk conform de actuele stand der – met Vaillant collectorvloeistofmengsel (Ty- techniek. focor LS) worden gebruikt. 1.3.2 Levensgevaar door vallende – met componenten (bevestiging, aansluitin- collectoren gen etc.) en systeemcomponenten van de...
Pagina 4
1 Veiligheid ▶ Monteer de producten alleen op daken met ▶ Draag geschikte veiligheidshandschoenen. voldoende draagvermogen. Waarborg, dat 1.3.8 Verwondingsgevaar door barstend een staticus het draagvermogen van het glas dak heeft bevestigd. ▶ Zet voor de montage de oppervlakken Het glas van de collectoren kan door mecha- onder het dak voldoende af.
Veiligheid 1 ▶ Vul en spoel het zonnecircuit alleen met onze kant-en-klare collectorvloeistof. ▶ Controleer de collectorvloeistof regelmatig met behulp van een vorstveiligheidtester. 1.3.14 Kans op materiële schade door ongeschikt gereedschap ▶ Gebruik geschikt gereedschap. Voorschriften (richtlijnen, wetten, normen) ▶ Neem de nationale voorschriften, normen, richtlijnen, verordeningen en wetten in acht.
2 Aanwijzingen bij de documentatie Aanwijzingen bij de documentatie Gegevens op het type- Betekenis plaatje Aanvullend geldende documenten in acht VTK 1140/2 Vaillant buiscollector nemen 570, 1140 Collectorvermogen ▶ Neem absoluut alle bedienings- en installatiehandleidin- Toestelgeneratie gen die bij de componenten van de installatie worden...
Montage 4 4.1.5 Minimumafstanden en vrije montageruimtes Voorwaarde: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: ≤ 7 m² in acht nemen Voorwaarde: Montage op een hellend dakvlak ▶ Om de collectoren correct te monteren, moet u de voor schuine daken noodzakelijke afstanden en vrije monta- geruimte aanhouden (→...
4 Montage ▶ Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermij- den, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Ti- chelmann-systeem). 4.1.7 Dakdoorvoer voorbereiden Voorwaarde: Montage op een hellend dakvlak Opgelet! Schade aan gebouwen door indringend water! Bij een ondeskundige dakdoorvoer kan wa- ter in het gebouw dringen.
Montage 4 Op dak montage voorbereiden 4.2.1 Componenten samenstellen Aanwijzing Bij daklatafstanden ≥ 460 mm zijn de 2-rijige en de 3-rijige montage niet mogelijk. In dit geval kunt u de 2 resp. 3 rijen afzonderlijk (zonder gemeenschappelijk gebruikte middelste dakankers) monteren. Niet alle dakankertypes zijn in alle landen verkrijgbaar.
Pagina 12
4 Montage Voorwaarde: Collectorrijen: 2 ▶ Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen. Aantal collectoren VTK 1140/2 per rij Componenten Benodigde sets Aansluitset VTK (basisset) − Aansluitset VTK (uitbreidingsset) Dakankerset type P (dakpan) Dakankerset type S (shingle) Dakankerset type S plat (shingle) Dakankerset stokschroef Dakankerset type P (dakpan)
Pagina 13
Montage 4 Voorwaarde: Collectorrijen: 3 ▶ Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen. Aantal collectoren VTK 1140/2 per rij Componenten Benodigde sets Aansluitset VTK (basisset) − Aansluitset VTK (uitbreidingsset) Dakankerset type P (dakpan) Dakankerset type S (shingle) Dakankerset type S plat (shingle) Dakankerset type P (dakpan) Dakankerset type S (shingle)
4 Montage 4.3.2 Componenten samenstellen ▶ Stel met behulp van de volgende tabellen de componen- ten voor de montage samen. Aantal collectoren VTK 1140/2 Componenten Aantal benodigde sets Aansluitset VTK (basisset) Aansluitset VTK (uitbrei- − dingsset) Montageset vrije opstelling plat dak Benodigde frames Railset (2 stuks), VTK 1140/2...
Gebruik voor een snelle dimensionering van de benodigde gewichten de volgende tabellen. Aanwijzing Een gedetailleerde dimensionering van de verzwaringslasten is alleen met het Vaillant-tool voor de dimen- sionering van de wind- en sneeuwlasten mogelijk. Bij vragen over dit onderwerp neemt u contact op met uw bevoegde Vaillant-verkooppartner.
Pagina 18
4 Montage Bepaal met de behulp van de kaart de basiswindsnelheid aan de standplaats. Installatie- en onderhoudshandleiding auroTHERM exclusive 0020077988_04...
Pagina 19
Montage 4 ½ ½ ½ ½ Bepaal met behulp van de tabellen de nodige gewichten. Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 30° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing Wanneer de collectoren bovendien met de staalkabels uit de montageset voor...
Pagina 20
4 Montage Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 45° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing Wanneer de collectoren bovendien met de staalkabels uit de montageset voor stormbeveiliging worden gespanning, dan kunnen de gereduceerde gewichten voor het zekeren tegen opheffen worden gebruikt.
Pagina 21
Montage 4 Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 60° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing Wanneer de collectoren bovendien met de staalkabels uit de montageset voor stormbeveiliging worden gespanning, dan kunnen de gereduceerde gewichten voor het zekeren tegen opheffen worden gebruikt.
4 Montage 4.3.4 Afstanden van de frames vastleggen Collectoren monteren (op dak) De montagestappen en aanwijzingen in deze handleiding Voorwaarde: Gemonteerde collectoren: VTK 1140/2 zijn voor beide veldschikkingen geldig. Wijken in bepaalde gevallen de montagestappen van elkaar af, dan wordt hier expliciet op gewezen.
Pagina 23
Montage 4 Voorwaarde: Bevestigingstype: aan dakspant Aanwijzing Bij sommige daktypes kan het nodig zijn om het dakanker tegenover het dakspant zijde- lings te verplaatsen. Gebruik hiervoor de toebehoren "Lang onder- ste deel" (niet in alle landen beschikbaar). Voorwaarde: Bevestigingstype: aan daklat ▶...
4 Montage 4.4.1.3 Type S plat (voor shingle) monteren ▶ Draai de bovenste schroef vast (5). – Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13 ▶ Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 14) Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke positie (6). Leg op de desbetreffende plaats het dakspant of de ▶...
Montage 4 Montagerails monteren Plaats de middelste moer zodanig dat na het opsteken van het bovenste dakankerdeel het voorste oplegbereik Bevestig de montagerails met de klemelementen aan tegen de dakbedekking aanligt (3). Let hierbij op de cor- de dakankers. recte positie van het bovenste, middelste en onderste Positioneer de onderste rail zo ver mogelijk onderaan dakanker.
4 Montage Collector aanbrengen en inhaken Draagriemen onbruikbaar maken Gevaar! Gevaar voor lichamelijk letsel door trans- port van collectoren aan verweerde draag- lussen De op de collectoren aangebrachte draaglus- sen kunnen door omgevingsinvloeden bros worden en bij belasting scheuren. ▶ Maak de aangebrachte draaglussen na de montage van de collectoren onbruikbaar, om later gevaar door verweerde draaglus-...
Pagina 27
Montage 4 Klemringverbinding vasttrekken Middelste montagerail positioneren Voorwaarde: Collectorrijen: 2 … 3 Opgelet! ▶ Duw de middelste montagerail afsluitend tegen de on- Collectorschade door ondeskundig mon- derste collector (3). tagewerk! ▶ Zorg ervoor dat de bovenste klemsteen van het klemele- Bij ondeskundige montage van de hydrauli- ment (2) boven de collectorrand ligt.
4 Montage Collectoren monteren (plat dak) 4.5.1 Frames monteren Gevaar! Levensgevaar door vallende collectoren! Onbeveiligde collectoren kunnen door wind van het platte dak storten en mensen in ge- vaar brengen. ▶ Voer afhankelijk van het montagetype de hierna vermelde veiligheidsmaatregelen uit.
Pagina 29
Montage 4 ▶ Controleer na het vastschroeven de dichtheid van de dakbedekking. ▶ Breng evt. de dichtheid van de dakhuid opnieuw tot stand. ▶ Leg de nodige afstanden van de frames vast, zoals in hfdst. "Afstanden van de frames vastleggen" beschre- ven.
4 Montage ▶ Frames op beladingsplaten vastschroeven en uit- Lijn alle frames met de beladingsplaten in hun definitieve positie op het platte dak uit. lijnen ▶ ▶ Houd daarbij de benodigde afstanden van het frame aan Als u de collectoren VTK 570/2 monteert, dan draait u (→...
Pagina 31
Montage 4 Voorwaarde: Montagetype: Zwevende montage (zonder beladingsplaten) Gewichten voorbereiden Opgelet! Ondichtheid door vernietiging van de dakbedekking! Bij vernietiging van de dakbedekking kan er water in het gebouw dringen. ▶ Zorg bij het opstellen op dakdichtings- vlakken voor voldoende bescherming van de dakbedekking.
4 Montage Montagerails opschuiven Aanwijzing De railverbinders zijn na de montage niet meer toegankelijk. Onderste montagerails bevestigen Schuif de beide montagerails bovenaan en onderaan op de houder, zoals op de afbeelding weergegeven. Zorg ervoor dat de onderste montagerail met de open zijde naar boven ligt en dat de bovenste montagerail met de open zijde naar onderen ligt.
Pagina 33
Montage 4 Collector bovenaan bevestigen Bijkomende collector monteren 15. Schuif de linkerkant van de bovenste montagerail (1) 21. Plaats de volgende collector op ca. 10 cm afstand van afsluitend tegen de collector. de eerste collector op de onderste montagerail. 16. Zorg ervoor dat de montagerail de bovenste rand van Verbindingsstukken aanbrengen de collector omsluit.
5 Installatie ▶ Houd bij het vastschroeven van de klem- Opgelet! ringverbinding met een tweede sleutel te- Collectorschade door ondeskundig mon- gen. tagewerk! Bij ondeskundige montage van de hydrauli- 24. Schroef de beide wartelmoeren aan de dubbele nippel sche aansluitingen kunnen de edelstaallei- vast.
Ingebruikneming 6 Hydraulische aansluitingen tot stand Hydraulische aansluitingen isoleren brengen (platdakmontage) Voorwaarde: Ingebruikneming uitgevoerd ▶ Isoleer de hydraulische verbindingen met de warmte- Opgelet! isolatie (1) (uit aansluitset VTK uitbreidingsset). ▶ Ondichtheid door verkeerd toebehoren! Dek de warmte-isolatie met de afdekplaat (3) (uit aan- sluitset VTK uitbreidingsset) af.
▶ Vermijd het werken in felle zon. Draag een geschikte veiligheidsbril. ▶ Dek de collectoren af voordat u met het werk begint. Gebruik uitsluitend de originele Vaillant reservebuizen. ▶ Werk bij voorkeur in de ochtenduren. ▶ Draag geschikte veiligheidshandschoe- Aanwijzing nen.
Inspectie en onderhoud 9 Houders en collectorcomponenten op Vervang defecte buizen, zoals staat beschreven in de montagehandleiding van de reservebuizen. vastheid controleren Controleer of alle schroefverbindingen stevig vastzitten. Draai losse schroefverbindingen vast. Inspectie en onderhoud Buisisolatie op schade controleren Een overzicht van de benodigde inspectie- en onderhouds- werkzaamheden vindt u in de bijlage.
Zorg er voor de demontage van de collec- Golden Hopestraat 15 toren voor dat een erkende installateur of B-1620 Drogenbos een technicus van de Vaillant-klantenser- Tel. 2 3349300 vice het zonnesysteem buiten bedrijf stelt. Fax 2 3349319 Kundendienst / Service après-vente / Klanten- dienst 2 3349352...
Bijlage Bijlage Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden De volgende tabel geeft de vereisten van de fabrikant i.v.m. minimale inspectie- en onderhoudsintervallen weer. Als natio- nale voorschriften en richtlijnen kortere inspectie- en onderhoudsintervallen vereisen, neem dan deze vereiste intervallen in acht. Onderhoudswerk Interval Zonnesysteem ontluchten 4 weken naar de eerste inge- bruikneming...