▶ Voer de handelingen alleen zo uit als in door de extra wind- en sneeuwlasten. deze handleiding beschreven. ▶ Gebruik uitsluitend de door Vaillant gekwa- ▶ Neem alle veiligheidsvoorschriften in acht lificeerde bevestigingsystemen voor de die in deze handleiding beschreven zijn.
Pagina 4
▶ Vul of spoel de collector nooit met water. ▶ Sluit de aardklemmen via een koperen ▶ Vul of spoel de collector uitsluitend met kabel met een aderdoorsnede van 16 mm² kant-en-klaar gemengde Vaillant-collector- aan op een potentiaalrail. vloeistof. ▶ Controleer de collectorvloeistof regelmatig 1.2.15 Levensgevaar en materiële schade...
(zoals hefwerktuigen of leunladders) uit- alleen met componenten (bevestiging, aan- sluitend conform de voor u geldende voor- sluitingen etc.) van de firma Vaillant en sys- schriften ter preventie van ongevallen. teemcomponenten van het systeem auroF- ▶ Zet gebieden in de valzone onder de mon-...
Europese richtlijnen. Solar Keymark: De collectoren zijn goedge- keurd volgens de regels en vereisten van het Solar Key- mark. Montagehandleiding lezen! VFK 135/2 VD Typeaanduiding VFK 140/2 VD Vaillant vlakkeplaatcollector 135, (140) Collectorvermogen Toestelgeneratie Verticale uitvoering Drainback Montagehandleiding auroTHERM classic 0020159933_01...
Montage en installatie opdak 4 4.1.1.2 Leveringsomvang controleren Voorwaarden: Collectorpositie: verticaal Materiaallijst opdakmontage voor 4/5/6 verticale collectoren Railmontageset verticaal Hydraulische tussenverbinder uit sensorset 4/5/6 st. 6/8/10 st. Hydraulische aansluitingen uit sensorset Klem uit sensorset 2/2/2 st. 16/20/24 st. Dakanker type P (voor dakpan) uit basisset Stop uit sensorset 16/20/24 st.
4 Montage en installatie opdak 4.1.1.3 Collectoren transporteren Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen, dient u deze altijd liggend te transporteren. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmidde- len op het dak. 4.1.2 Minimumafstanden en vrije montageruimtes in acht nemen Om de collectoren op een deskundige manier te monteren, moet u bepaalde afstanden en vrije montageruimtes in acht nemen.
Montage en installatie opdak 4 4.1.7.1 Veldschikking naast elkaar kurz lang Voorwaarden: Collectorpositie: verticaal Gebouwbreedte Gebouwlengte Gebouwhoogte ▶ Bepaal de gebouwbreedte b, de gebouwhoogte h en de gebouwlengte l. ▶ De waarden voor de na te leven randafstanden e kort vindt u in de volgende tabellen.
Pagina 10
4 Montage en installatie opdak ▶ Stel het dakanker op de hoogte van de dakpannen in, zodat het bovenste deel van het dakanker tegen de dak- bedekking aanligt (4). ▶ Draai de bovenste schroef vast. – Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13 Bevestig het dakanker type P naar keuze aan het dakspant (A) of aan de daklat (B).
Montage en installatie opdak 4 ▶ Stel het dakanker op de hoogte van de dakpannen in, Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroe- zodat het bovenste deel tegen de dakbedekking aanligt ven aan het dakspant of aan de daklat vast (3). en het onderste deel van onderen dicht tegen de daklat Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke geschoven is (4).
4 Montage en installatie opdak 4.2.1.4 Type stokschroef monteren 4.2.2 Collectoren monteren 4.2.2.1 Veldschikking naast elkaar Gevaar! Lichamelijk letsel en materiële schade door het vallen van een collector! Een collector kan bij ondeskundige bevesti- ging vallen. ▶ Trek de klemelementen vast. ▶...
Montage en installatie opdak 4 Verbindingsstukken aanbrengen Bevestig de montagerails met de klemelementen aan de dakankers ((1) en (2)). Positioneer de onderste rail zo ver mogelijk onderaan op het dakanker. Montagerails uitbalanceren Opgelet! Gevaar voor schade aan de collector! Bij ondeskundige montage van de buisver- binder kan de collector beschadigd worden.
4 Montage en installatie opdak Bijkomende collector monteren 25. Schuif de klemelementen een voor een tot aan de on- derste collectoren (1). 26. Zorg ervoor dat de klemstenen van de klemelementen boven de collectorranden liggen. 27. Trek de klemelementen van de bovenste montagerails vast.
Pagina 15
Montage en installatie opdak 4 ▶ Monteer de stop (1) onderaan aan de collector. ▶ Monteer de stop (2) bovenaan aan de collector. ▶ Beveilig de stop met de klemmen. ▶ Koppel de collectorvoorloop en -retour aan op de aan- sluitleidingen van het systeem.
4 Montage en installatie opdak Montage afsluiten en controleren 4.3.1 Montage controleren Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd. Aanwijzing Na de eerste ingebruikname en in seizoenen met sterke schommelingen van de buitentemperatuur kan er con- densvorming in de collector optreden.
Montage en installatie plat dak 5 4.3.2 Verpakking afvoeren De transportverpakkingen bestaan voor het grootste deel uit recycleerbaar materiaal. ▶ Neem de geldende voorschriften in acht. ▶ Voer de transportverpakkingen op reglementaire wijze af. Montage en installatie plat dak ▶ Neem bij de montage en installatie van de collectoren absoluut het hoofdstuk "Veiligheid"...
Pagina 18
5 Montage en installatie plat dak 5.1.1.2 Leveringsomvang controleren Materiaallijst platdakmontage voor 4/5/6 verticale collectoren Railmontageset verticaal Hydraulische aansluitingen uit sensorset 4/5/6 st. 2/2/2 st. Hydraulische aansluitingen uit sensorset Klem uit sensorset 2/2/2 st. 16/20/24 st. Frameset basis verticaal Stop uit sensorset 5/6/7 st.
Montage en installatie plat dak 5 5.1.1.3 Collectoren transporteren 5.1.5 Montagevariant kiezen Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen, dient u deze altijd liggend te transporteren. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmidde- len op het dak. 5.1.2 Minimumafstanden en vrije montageruimtes in acht nemen Aan de randen van platte daken treden bij storm door turbu- lenties (opwervelingen) bijzonder hoge windkrachten op.
5 Montage en installatie plat dak 5.1.6 Verzwaringslast bepalen (zwevende montage) Gevaar! Levensgevaar en materiële schade door te hoge basiswindsnelheden! De frames zijn voor basiswindsnelheden tot maximaal 108 km/h bestemd. Als de basiswindsnelheid op de standplaats groter is dan 108 km/h, dan kan er geen garantie voor het systeem gegeven worden. ▶...
Pagina 21
Montage en installatie plat dak 5 Bepaal met de behulp van de kaart de basiswindsnelheid aan de standplaats. 0020159933_01 auroTHERM classic Montagehandleiding...
Pagina 22
5 Montage en installatie plat dak ½ ½ ½ ½ Bepaal met behulp van de tabellen de nodige gewichten. Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 30° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing...
Pagina 23
Montage en installatie plat dak 5 Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 45° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
5 Montage en installatie plat dak Verticale collectorpositie Gewichten/frame [kg] Montagehoek 60° Voor de beveiliging tegen glijden Alleen ter beveiliging tegen het en omhoog komen naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
5 Montage en installatie plat dak – Montage uitvoeren Montagebeugels: – 30° De montagestappen en aanwijzingen in deze handleiding – 45° zijn geldig voor de verticale collectorpositie bij veldschikking – 60° "naast elkaar". 5.2.1 Frames monteren Gevaar! Levensgevaar door vallende collectoren! Onbeveiligde collectoren kunnen door wind van het platte dak storten en mensen in ge- vaar brengen.
Pagina 27
Montage en installatie plat dak 5 ▶ Zorg bij het opstellen op dakdichtings- Voorwaarden: Montagetype: Directe schroefverbinding vlakken voor voldoende bescherming van de dakbedekking. ▶ Plaats over een grote oppervlakte anti- slipbeschermmatten onder het opstel- lingssysteem. ▶ Als het dak met grind bedekt is, verwijder dan het grind op de plaatsen waarop u de beladingsplaten wilt opstel- len en gebruik antislipbeschermmatten ter bescherming van de dakbedekking.
Pagina 28
5 Montage en installatie plat dak Frames op beladingsplaten vastschroeven en uit- ▶ Lijn alle frames met de beladingsplaten in hun definitieve positie op het platte dak uit. lijnen ▶ De afstanden van de frames vindt u in het hfdst. "Afstan- ▶...
Pagina 29
Montage en installatie plat dak 5 ▶ Zorg bij het opstellen op dakdichtings- vlakken voor voldoende bescherming van de dakbedekking. ▶ Plaats over een grote oppervlakte anti- slipbeschermmatten onder het opstel- lingssysteem. ▶ Als het dak met grind bedekt is, verwijder dan het grind op de plaatsen waarop u de gewichten wilt opstellen en gebruik antislipbeschermmatten ter bescherming van de dakbedekking.
Pagina 30
5 Montage en installatie plat dak Montagerails verbinden ▶ Zorg ervoor dat de ventilatieopening vrij is zodat de lucht ongehinderd kan stromen. Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende hoofdstukken aangegeven. Montagerails opschuiven Aanwijzing Fout van het systeem! Voor een correcte werking van het systeeem au- roFLOW plus moet bij een afwisselende aanslui- ting de onderste montagerail met een verval van...
Pagina 31
Montage en installatie plat dak 5 Bijkomende collector monteren ▶ Dek de collectoren af voordat u met het werk begint. ▶ Werk bij voorkeur in de ochtenduren. ▶ Draag geschikte veiligheidshandschoe- nen. 13. Leg de collector met de onderste rand in het profiel van de montagerail (1).
5 Montage en installatie plat dak 5.2.3.1 Verticale collectorpositie Voorwaarden: Aantal collectoren: 4 … 6, Afwisselende aansluiting ▶ Steek de aanvoer (uitlaat) (1) aan een zijde in de boven- ste zijdelingse opening en de retour (inlaat) (2) diago- naal daar tegenover in de onderste zijdelingse opening. ▶...
Montage en installatie plat dak 5 Montage afsluiten en controleren 5.3.1 Montage controleren Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd. Aanwijzing Na de eerste ingebruikname en in seizoenen met sterke schommelingen van de buitentemperatuur kan er con- densvorming in de collector optreden.
Buisisolaties op schade controle- adres. ▶ Als u bij het onderhoud of de reparatie reserveonderde- Beschadigde buisisolaties vervan- len nodig hebt, gebruik dan uitsluitend Vaillant originele reserveonderdelen. Beschadigde buisisolaties afvoe- 6.4.2 Onderhoud voorbereiden Inspectie- en onderhoudsintervallen in acht ▶...
(→ Pagina 35) 7.2.2 Defecte collectoren afvoeren Beschadigde buisisolaties vervangen Uw Vaillant-collector bestaat voor het grootste deel uit recy- Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf cleerbaar materiaal. (→ Pagina 36). Uw Vaillant-collector hoort niet bij het huishoudelijk afval.
Zorg er voor de demontage van de collec- drijf als u een erkende installateur bent. toren voor dat een erkende installateur of een technicus van de Vaillant-klantenser- ▶ Stel de collectoren hooguit vier weken vice het zonnesysteem buiten bedrijf stelt.
α = 95 % Voer de collectoren en de collectorvloeistof af. ε =5 % Glasplaat 8.2.2 Recycleren en afvoer Veiligheidsglas Uw Vaillant-collector bestaat voor het grootste deel uit recy- voor zonne- − cleerbaar materiaal. Soort glas systemen Helder glas (prismatische ▶...