Extra installatieopties voor de printer
8
Klik op Poort configureren.
9
Typ het nieuwe IP-adres in het veld "Printernaam of IP-adres". U kunt het nieuwe IP-adres vinden op de pagina met
netwerkinstellingen die u bij stap 1 hebt afgedrukt.
10
Klik op OK en daarna op Sluiten.
Macintosh
1
Druk een pagina met netwerkinstellingen af en noteer het nieuwe IP-adres.
2
Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in
het TCP/IP-gedeelte. U hebt het IP-adres nodig als u de toegang voor computers configureert die zich op een ander
subnet bevinden dan de printer.
3
Voeg de printer toe:
•
Voor afdrukken via IP:
Mac OS X versie 10.5 of later
a
Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
b
Klik op Afdrukken & faxen.
c
Klik op +.
d
Selecteer de printer uit de lijst.
e
Klik op Toevoegen.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder
a
Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen.
b
Dubbelklik op Hulpprogramma's.
c
Dubbelklik op Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
d
Klik op Toevoegen in de printerlijst.
e
Selecteer de printer uit de lijst.
f
Klik op Toevoegen.
•
Voor afdrukken via AppleTalk:
In Mac OS X versie 10.5
a
Klik op Systeemvoorkeuren in het Apple-menu.
b
Klik op Afdrukken & faxen.
c
Klik op +.
d
Klik op AppleTalk.
e
Selecteer de printer uit de lijst.
f
Klik op Toevoegen.
In Mac OS X versie 10.4 en eerder
a
Klik op het bureaublad van de Finder op Ga > Toepassingen.
b
Dubbelklik op Hulpprogramma's.
c
Dubbelklik op Afdrukbeheer of Printerconfiguratie.
d
Klik op Toevoegen in de printerlijst.
e
Selecteer het tabblad Standaardbrowser.
f
Klik op Meer printers.
41