Extra installatieopties voor de printer
4
Druk de kaart stevig op zijn plaats.
Opmerkingen:
•
De connector van de kaart moet over de gehele lengte in aanraking zijn met de systeemkaart.
•
Let erop dat de aansluitpunten niet beschadigd raken.
5
Plaats de systeemkaartklep terug.
Interne afdrukserver of PIC‐kaart installeren
LET OP—KANS OP ELEKTRISCHE SCHOK: wanneer u toegang wilt verkrijgen tot de systeemkaart of als u
optionele hardware of geheugenkaarten wilt installeren nadat u de printer gebruiksklaar hebt gemaakt, moet u
de printer eerst uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen. Als u andere apparaten hebt
aangesloten op de printer, moet u deze ook uitzetten en alle kabels losmaken die zijn aangesloten op de printer.
Let op—Kans op beschadiging: de elektrische componenten van de systeemkaart raken bij statische elektriciteit
gemakkelijk beschadigd. Raak daarom eerst een metalen onderdeel van de printer aan voordat u de elektrische
componenten of aansluitingen van de systeemkaart aanraakt.
Opmerking: u hebt kruiskopschroevendraaier nummer 2 nodig om een interne afdrukserver of een PIC-kaart (Port
Interface Card) te installeren.
Met een interne afdrukserver kunt u een verbinding maken tussen de printer en het lokale netwerk (LAN). Met een
optionele PIC-kaart kunt u de mogelijkheden waarmee de printer verbinding kan maken met een computer of externe
afdrukserver, uitbreiden.
1
Open de toegangsklep van de systeemkaart.
2
Pak de interne afdrukserver of de PIC-kaart uit.
21