6.2.3.2 Bevestiging van het dakanker type P aan de
daklat
a
Gevaar!
Gevaar voor personele en materiële schade
door het instorten van het dak.
Een dak met onvoldoend dragend vermogen
kan instorten door de extra last van de vlak-
keplaatcollectoren.
>
Controleer voorafgaand aan het monteren
de maximaal toegestane daklast!
>
Monteer de vlakkeplaatcollectoren uitslui-
tend op daken met voldoende draagvermo-
gen.
>
Raadpleeg eventueel een vakman.
2
3
Afb. 6.8 Vastleggen van de positie van het dakanker type P op de daklat
Afb. 6.9 Bevestigen van dakanker type P aan de daklat
Montagehandleiding auroTHERM classic 0020103185_01
1
A
5
Montage op een hellend dakvlak 6
>
Schuif op de betreffende plek een tot twee
dakpannen boven de daklat naar boven.
Ontleen de afstanden aan tabellen 6.2
en 6.3.
4
>
Los de bovenste schroef met de steek-/
gaffelsleutel (SW 13) zover totdat u het
dakanker in hoogte kunt verstellen.
>
Hang het dakanker aan de daklat. Let
daarbij op de correcte positie van de bov-
enste, middelste en onderste dakanker
(¬ Afb. 6.3).
>
Stel het dakanker in op de hoogte van de
dakpannen. Het bovenste deel rust hierbij
op de dakhuid, het onderste deel wordt
van onderaf dicht tegen de daklat gescho-
ven.
>
Let er op dat het dakanker bij het vastk-
likken van de vertanding vast om de daklat
grijpt en eventueel licht is voorgespannen.
>
Haal de schroef aan met de steek-/gaffels-
leutel (SW 13).
>
Schuif de dakpannen weer op hun oor-
spronkelijke positie.
>
Sla zo nodig de waterranden aan de
onderzijde (A) van de dakpannen er met
behulp van een hamer uit, zodat de pan-
6
nen dicht aansluiten.
19