5.2
Voorbereiden van de hydraulische aansluiting
5.2.1
Montage op een hellend dakvlak
Afb. 5.5 Doorvoer van de pijp door de onderbespanning
Ga als volgt te werk als een onderbespanning aanwezig
is:
>
Snijd de onderbespanning V-vormig in.
>
Sla de bovenste brede lap om over de daarboven lig-
gende daklat, en sla de onderste smallere lap om
over de daaronder liggende daklat.
>
Maak de onderbespanning strak vast aan de daklat.
Zo loopt vocht zijdelings weg.
>
Zaag bij geschakelde daken met behulp van een
schrobzaag een gat.
>
Bewerk dan de dakplaat zoals beschreven is bij de
onderbespanning.
5.2.2 Monteren op een plat dak
b
Attentie!
Gevaar voor ondichtheden door het
beschadigen van de dakhuid!
Bij beschadiging van de dakhuid kan water in
het interieur van het gebouw binnendringen.
>
Zorg bij het opstellen op de afdichtvlakken
van het dak voor voldoende bescherming
van de dakhuid.
>
Breng grootformaat beschermmatten,
bedoeld voor de bouw, aan onder het
opstelsysteem.
>
Bij direct vastgeschroefde frames contro-
leert u achteraf de dichtheid van de man-
tel van het gebouw.
Montagehandleiding auroTHERM classic 0020103185_01
Voorafgaand aan het monteren 5
5.3
Benodigde gereedschappen
>
Leg voorafgaand aan het monteren van de vlakke-
plaatcollectoren de volgende gereedschappen klaar.
Afb. 5.6 Montagegereedschappen: waterpas, accuschroeven-
draaier, Torx-Bit (TX30, inbegrepen bij de levering),
steek-/gaffelsleutel (SW 13, SW 15 en SW 17), hamer,
meetlint/duimstok
Fa. Rummsbums
&Söhne
13