3. Mechanische Installatie
3.1. Algemeen
I nstalleer de Optidrive op een vlakke, verticale, hittebestendige, trillingsvrije ondergrond.
De Optidrive moet worden geïnstalleerd in een ruimte waar het omgevingsvervuilingsniveau 1 (IP20) of 2 (IP66) is.
Plaats geen ontvlambaar materiaal in de buurt van de regelaar.
H oud rekening met voldoende ruimte rondom de regelaar zoals aangegeven wordt in hoofdstuk 3.4. Montagerichtlijnen IP20
frequentieregelaars en hoofdstuk 3.6. Montagerichtlijnen voor IP66 frequentieregelaars.
Z org ervoor dat de omgevingstemperatuur niet boven de maximaal toelaatbare temperatuur komt. Zie hoofdstuk 9. 1 . Omgevingseisen.
Z org voor een schone, droge en niet vervuilde luchtstroom door de regelaars zodat er voldaan wordt aan de koelingseisen van
de regelaar.
3.2. Installatie volgens UL richtlijnen
Zie hoofdstuk 9.4. Extra informatie voor UL goedkeuring op pagina 38 voor extra informatie over de UL richtlijnen.
3.3. Mechanische afmetingen en montage IP20 frequentieregelaars
A
Bouw
grootte
mm
in
mm
1
173
6.81
83
2
221
8.70
1 10
3
261
10.28
131
4
420
16.54
171
Montagebouten
Bouwgrootte
1 - 3
4 x M5 (#8)
4
4 x M8
www.invertekdrives.com
B
C
in
mm
in
mm
3.27
123
4.84
162
4.33
150
5.91
209
5. 1 6
175
6.89
247
6.73
212
8.35
400
Aantrekkoppel
Bouwgrootte
Stuurstroomklemmen
1 - 3
0.5 Nm (4.5 lb-in)
4
0.5 Nm (4.5 lb-in)
L1/L
L2/N
L3
D
E
in
mm
in
mm
6.38
50
1.97
8.23
63
2.48
9.72
80
3. 1 5
15.75
125
4.92
125
Hoofdstroom
1 Nm (9 lb-in)
2 Nm (18 lb-in)
Versie 2.01 | Optidrive ODE-3 handleiding | 9
F
Gewicht
in
Kg
Ib
50
1.97
1.0
2.2
63
2.48
1.7
3.8
80
3. 1 5
3.2
7. 1
4.92
9. 1
20. 1
3