Par.
Omschrijving
P-45
Gewenste waarde PI‐regeling digitaal
Opgave digitale setpoint wanneer P-44 = 0.
0 t/m 100% is gelijk aan het bereik van de meetsensor. V.b. meetsensor is 0-10 Bar en we willen een druk van 4 bar bij een
normale PI-regeling. P-45 moet dan op 40% worden ingesteld.
P-46
Bron terugkoppeling PI‐regeling
Met deze parameter wordt de bron van de terugkoppeling voor de PI-regeling gekozen.
0 : 2de analoge ingang (klem 4) Niveau via P00-02 uitleesbaar.
1 : 1ste analoge ingang (klem 6) Niveau via P00-01 uitleesbaar.
2 : Meting motorstroom In % van P‐08.
3 : Tussenkringspanning Scalering 0 ‐ 1000 V = 0 – 100%.
4 : Analoge ingang 1 ‐ analoge ingang 2 De waarde van analoge ingang 2 wordt afgetrokken van analoge ingang 1
(verschil meting). De waarde is gelimiteerd tot 0.
5 : Hoogste waarde (Analoog 1, Analoog 2) De hoogste waarde van de 2 ingangen wordt gebruikt voor de terugkoppeling.
P-47
Formaat analoge ingang 2
= 0 tot 10 V signaal.
= 0 tot 20mA signaal.
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 4 tot 20mA signaal. De Optidrive decelereert en stopt wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive tript met de fout code wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= 20 tot 4mA signaal. De Optidrive decelereert en stopt wanneer het signaalniveau onder de 3mA komt.
= motor PTC/thermistor ingang. D.m.v. P‐15 moet ingang 3 op E‐Trip worden ingesteld. Trip level : 3kΩ, reset 1kΩ.
P-48
Activering "Standby Mode"
Met deze parameter stel je de tijd in dat, wanneer de regelaar op minimale snelheid (P‐02) of snelheid nul uitstuurt, de regelaar in
"Standby Mode" gaat nadat deze tijd is verlopen. Het Display geeft vervolgens , aan en de regelaar stopt met uitsturen.
P-49
"Wake Up" niveau PI‐regeling
Wanneer de PI‐regeling is geactiveerd (P‐12 = 5 of 6) en de ODE‐3 frequentieregelaar in "Standby mode" is, bepaalt deze
parameter wanneer de regelaar weer wakker wordt. Parameter P‐49 bepaalt hoe groot het verschil tussen de gewenste waarde en
de teruggekoppelde waarde moet zijn om de frequentieregelaar weer wakker te laten worden. Deze parameter voorkomt dat de
frequentieregelaar continue uit‐ en inschakelt bij kleine verschillen in de terugkoppeling.
P-50
Hysterese relaisuitgang
De hysterese geldt voor de schakelgrenzen van P‐19 en voorkomt dat het relaiscontact gaat denderen.
6
28 | Optidrive ODE-3 handleiding | Versie 2.01
Minimaal
Maximaal Standaard
0.0
100.0
0
5
-
-
0.0
25.0
0.0
100.0
0.0
100.0
www.invertekdrives.com
Eenheid
0.0
%
0
-
-
U0-10
0.0
s
5.0
%
0.0
%