Par.
Omschrijving
P-25
Functieselectie digitale uitgang
De uitgang stuurt +24V DC (max. 20 mA belasting) uit wanneer de voorwaarde waar is
0: Regelaar in "Run". Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1: Regelaar "OK". Uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2: Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3: Regelaar in fout. Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar een fout geeft.
4: Motor snelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter of gelijk is aan de ingestelde waarde
van P-19.
5: Motor stroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
6: Motor snelheid < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
7: Motor stroom < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
Functieselectie analoge uitgang
8: Uitgangsfrequentie (Motor snelheid). 0 - 10V = 0 tot P-01, resolutie = 0, 1 Hz.
9: Uitgangsstroom (Motor stroom). 0 tot 200% van P-08, resolutie = 0, 1 A.
10: Uitgangsvermogen. 0 - 200% van het vermogen van de regelaar.
11: Motorkoppel. 0 - 200% van P-08, Resolutie 0, 1 A.
P-26
Frequentiesprong hysterese
P-27
Middelpunt frequentiesprong
Stel eerst P-09 in voordat deze parameter wordt gewijzigd. De frequentie hysterese zal ervoor zorgen dat de regelaar de uitsturing
zodanig aanpast dat de regelaar altijd boven of onder de frequentie hysterese gaat draaien. De actuele uitsturing wordt pas
aangepast wanneer het setpoint de andere kant van de hysterese bereikt. De regelaar gaat met de normale acc. (P-03) en dec.
(P-04) tijden door de frequentieband heen.
P-28
Aanpassen spanning U/Hz curve
P-29
Aanpassen frequentie U/Hz curve
Deze parameter stelt in combinatie met P-28 een frequentiepunt in waarop de in P-29 ingestelde spanning op de motor wordt
toegepast. Verkeerd gebruik van deze parameters kan leiden tot oververhitting en beschadiging van de motor.
P-30
Start, herstart mode bij aansturing via de klemmen en de instellingen voor "Fire mode"
Index 1: Start en herstart mode bij aansturing via de klemmen
Selectie of de regelaar automatisch moet starten als de vrijgave/start ingang aanwezig is en de voedingsspanning wordt
ingeschakeld of dat de regelaar wordt vergrendeld tijdens het inschakelen van de voedingsspanning. Met deze parameter kun je
ook instellen of de regelaar bij een fout automatisch moet herstarten.
: wanneer er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 is gemaakt (start commando) zal de regelaar
niet starten. Het start commando zal eerst weg moeten worden genomen om opnieuw een start commando te kunnen geven.
: De regelaar start altijd. Ook als er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 gemaakt is.
tot : De regelaar zal 1 tot 5 maal proberen om automatisch te herstarten na een fout (25s tussen de pogingen).
Wanneer de fout weg is zal de regelaar herstarten. Om de herstart teller te resetten moet de regelaar spanningsloos worden
gemaakt of moet er op de resetknop van de regelaar worden gedrukt of moet de regelaar een nieuw start commando krijgen.
Index 2: logica selectie "Fire mode"
Selecteert welk type logica er gebruikt wordt voor de "Fire mode" wanneer P15 = 15, 16 of 17.
0: Normally Closed (NC) ingang. "Fire mode" is actief wanneer de ingang laag is.
1: Normally Open (NO) ingang. "Fire mode" is actief wanneer de ingang hoog is.
Index 3: selectie werking ingang "Fire mode"
Selecteert de werking van de "Fire mode" ingang wanneer P15 = 15, 16 of 17.
0: Maintained Input. De "Fire mode" is alleen actief wanneer de ingang actief is (NO of NC afhankelijk van index 2).
1: Momentary Input. De "Fire mode" is actief wanneer de ingang kort geactiveerd wordt (NO of NC afhankelijk van index
2). De regelaar blijft in "Fire mode" totdat de vrijgave of de voedingsspanning wegvalt.
www.invertekdrives.com
Minimaal
Maximaal Standaard
0
11
0.0
P-01
0.0
P-01
0
P-07
0.0
P-09
N.v.t.
N.v.t.
Edge-r
0
1
0
1
Versie 2.01 | Optidrive ODE-3 handleiding | 25
Eenheid
8
-
0.0
Hz / rpm
0.0
Hz / rpm
0
V
0.0
Hz
-
0
-
0
-
6