7. Configuratie Analoge en Digitale Ingangen
7.1. Algemeen
De Optidrive E3 gebruikt een matrix voor de configuratie van de analoge en digitale ingangen. De volgende 2 parameters bepalen
de functie van de ingangen en het gedrag van de regelaar:
P-12 Selectie van de aansturing van de regelaar. P-12 bepaalt waar het start commando en de gewenste frequentie vandaan komen.
P-15 Bepaalt de functionaliteit van de analoge en digitale ingangen.
Additionele parameters voor de configuratie van de analoge en digitale ingangen:
P-16 Selectie van het formaat van de 1ste analoge ingang ( 0 - 10 V, 4 - 20mA).
P-30 Bepaalt of de frequentieregelaar na het inschakelen van de spanning direct start wanneer het start commando al present is.
P-31 Bepaalt waarvandaan het startcommando komt wanneer de regelaar in bedieningspaneel mode staat (gewenste snelheid
via het display). Dit kan via de start/stop knoppen op de regelaar (digitale ingang 1 = vrijgave) of via digitale ingang 1.
P-47 Selectie van het formaat van de 2de analoge ingang ( 0 - 10 V, 4 - 20mA).
Het onderstaande diagram geeft een overzicht van de verschillende functies die d.m.v. de macro's geselecteerd kunnen worden.
7.2. Uitleg gebruikte afkorting van de matrix
Onderstaande tabel geeft uitleg over de gebruikte afkortingen op blz. 32 t/m 34.
STOP/START
De regelaar gaat uitsturen zolang de START ingang hoog is.
FWD/REV
Selectie draairichting (Rechtsom/linksom).
AI1 REF
Gewenste frequentie/snelheid = 1ste analoge ingang.
P-xx REF
Gewenste frequentie/snelheid = voorkeuzefrequentie/-snelheid.
PR-REF
Voorkeuzesnelheden P-20 t/m P-23 kunnen gekozen worden door de digitale ingangen.
^-SNELLE STOP (P-24)-^ Wanneer beide ingangen hoog worden zal de regelaar snel stoppen. De tijd is instelbaar via P-24.
E-TRIP
Externe fout ingang. Deze ingang is dient altijd hoog te zijn. Wanneer de ingang laag wordt geeft de
regelaar de fout of afhankelijk van de instelling van parameter P-47.
(NO)
Normally Open Contact, sluit kortstondig het contact om de regelaar te starten.
(NC)
Normally Closed Contact, open kortstondig het contact om de regelaar te stoppen.
Fire Mode
Activeert de Fire Mode, zie hoofdstuk 7.7. Fire mode voor meer informatie.
VRIJGAVE
Vrijgave ingang. Deze ingang dient hoog te zijn voordat er gestart kan worden in bedieningspaneel
mode, slave mode of bij aansturing via een veldbus.
SNELHEID
Normally Open, sluit het contact om de snelheid te verhogen.
SNELHEID
Normally Open, sluit het contact om de snelheid te verlagen.
DISPLAY REF
Gewenste frequentie/snelheid = via het bedieningspaneel van de regelaar.
VELDBUS REF
Gewenste frequentie/snelheid = via veldbus (Modbus of CAN open).
www.invertekdrives.com
Versie 2.01 | Optidrive ODE-3 handleiding | 31
7