4
Elektrische aansluiting
Stroomaansluitingen ATR-Smart-Web
De overdracht tussen de ruimtetemperatuurrege-
laar en het/de geregelde apparaat(en) gebeurt,
indien men op de GPC-Smart-processor(en) in
het/de apparaat(en) twee MOD-BUS-overdrachts-
geleiders aansluit, de stroomvoorziening van de
regelaar gebeurt daarentegen voor de voeding met
de klemmen "+VIN" en "GND" van de afstandsbe-
diening met 12 Vdc (+10%/-15%) gelijkspanning.
De ruimtetemperatuurregelaar serie Smart
beschikt over 5 ingangen:
n
ID1
n
ID2
NTC1
n
n
NTC2
n
AN3/NTC3
Drie analoge ingangen, voor de aansluiting van tot
drie buiten de ATR-Smart-regelaars aanwezige
ruimtesensoren NTC resp. een extern contact 0/10
(ingang AN3/NTC3), evenals twee digitale
ingangen, daarvan een AAN/UIT-ingang met priori-
teit.
Voor gebruik van de ruimtesensor moeten de
instellingen in de sectie "SENSORINSTEL-
Ä „Systeemconfiguratie"
LINGEN" (zie
op pagina 16) worden geconfigureerd.
Tussen de klemmen "ID1" en "IDC1" bevindt zich
een potentiaalvrij AAN/UIT-contact (ingang ID1),
dit AAN/UIT-contact heeft altijd prioriteit ten
opzichte van de op de afstandsbediening inge-
stelde instelwaarde, schakeltijden kalender en de
algemene AAN/UIT. De ingang ID1 wordt stan-
daard met een brug geleverd, die voor de
afstandsbediening van het contact moet worden
verwijderd.
M1
M1
1
2
3
4
+VIN
GND
A+
B-
M2
5
6
7
8
9
ID1
GND
ID2
GND NTC1 AGND NTC2 AGND AN3/ AGND
Afb. 34: Elektrische aansluiting ATR-Smart-Basic
TF: Temperatuurvoeler
M2
TF
TF
15
16
NTC4 AGND
10
11
12
13
14
Ethernet
M1
1 2 3 4
M1
1
2
+VIN
GND
M2
1
2
3
4
5
ID1
GND
ID2
GND NTC1 AGND NTC2 AGND AN3/
Afb. 35: Elektrische aansluiting ATR-Smart-Web
NTC
1
2
3
4
5
M2
6
7
8
9
10
3
4
A+
B-
6
7
8
9
10
AGND
NTC3
37