4. PROGRAMMERING
[3]
Het scherm toont de details van het apparaat en het eerst beschikbare vrije Zone nummer, bijvoorbeeld:
"Z01:Bew.melder > ID Nr. 120-1254" (of "K01:Keyfob / S01:Sirene enz. afhankelijk van het type van het
ingeleerde apparaat).
Zowel draadloze als bekabelde melders kunnen in elk zonenummer worden ingeleerd. Om het zonenummer te
veranderen klikt u op de
.
[4]
Ga verder met Deel B om het apparaat te configureren – zie onderstaande tabel
Controleren van compatibiliteit paneel
Elk PowerG apparaat heeft een Klant ID met 7 karakters geprint op de sticker op het apparaat in het formaat: FFF-
M:DDD, (bijvoorbeeld 868-0:012) waar FFF de frequentie band is en M:DDD de variant code. Zorg er voor de
compabiliteit van PowerG systeemapparaten voor dat alle apparaten dezelfde frequentie (FFF) band hebben en dat de
variant code van de apparaten overeenkomt met de variant code op het panel. Of het eerste cijfer van de apparaat
variant code (M) moet overeenkomen met dat van het panel; het maakt niet uit wat de laatste 3 cijfers van de variant
code van het panel (DDD) zijn.
Inleren aan de hand van het apparaat ID code
Het 7-cijferige apparaat ID code kan worden gebruikt om een apparaat lokaal of vanaf een locatie op afstand op het
panel te registreren met behulp van de Remote Programmer PC software. Het inleren op apparaat ID code is een twee
fase procedure.
e
In de 1
fase registreert u de ID code van het apparaat op het paneel en voltooit u de apparaatconfiguratie. Dit is
mogelijk vanaf een locatie op afstand met behulp van de Remote Programmer PC software. Na de 1
PowerMaster paneel tot het apparaat op het netwerk verschijnt om vervolgens het inleren te voltooien.
e
In de 2
fase wordt het inleren voltooid als het paneel volledig in bedrijf is wanneer u de batterij in het apparaat stopt of
op de knop Sabotage of Inleren op het apparaat drukt. Deze procedure kan erg nuttig zijn voor het toevoegen van
apparaten aan bestaande systemen zonder dat het nodig is de monteurs te voorzien van de Installatie Code of
toegang te verlenen aan de programmeer menu's.
Let op! Het systeem geeft de storing "NIET VERBONDEN" aan totdat de 2
voltooid.
Let op: Op vooraf ingeleerde zones kan de Soak Test enkel worden geactiveerd wanneer de zone volledig is
ingeleerd.
Inleren via de Inleren knop
Het paneel is ingesteld op de mode 'Inleren' (stap 2 hierboven) en het apparaat wordt ingeleerd via de Inleertoets
(raadpleeg hiervoor de Installatie Instructies van het apparaat zelf), open het apparaat en identificeer de Inleertoets.
Gebruik voor handzenders en toetsenborden de AUX ' ' toets. Plaats de batterij voor gasmelders.
Druk 2-5 seconden op de Inleer toets tot de LED op AAN springt en laat de toets dan los. De LED zal uitdoven of kan
nog enkele seconden knipperen tot de registratie compleet is. Als het inleren met succes is afgerond, klinkt de "Vrolijke
melodie" van de PowerMaster en toont het LCD even "APPARAAT INGELEERD" en toont dan de details van het
apparaat.
Inleren van bekabelde melders
Om een bedrade sensor in de bedrade zone te registreren, gebruik ID: 050-0001 of 050-0002.
Deel B - Configuratie
Stap 1
Open Locatie Menu[6]
➯
Z10:LOCATIE
Stap 5
Voer de
Deurbel Menu
➯
Z10:DEURBEL
1
Alleen van toepassing op de PowerMaster-30 G2
24
knop of typt u het zonenummer in en drukt u vervolgens ter bevestiging op
en apparaat
Stap 2
[1]
Selecteer Locatie
(zie onderstaande lijst)
Voordeur
Keuken
Stap 6
[5]
Selecteer deurbel optie
Deurbel UIT
DEURBEL MELODIE
e
fase van alle geregistreerde apparaten is
Stap 3
[2]
Open Zone Type
➯
Z10:ZONE TYPE
Stap 7
1
[6]
Open partities
menu
➯
Z10:PARTITIES
D-304331 PowerMaster-30 G2 Installatiehandleiding
e
fase wacht het
Stap 4
[3]
Selecteer Zone Type
(zie onderstaande lijst)
1:VERTRAAGD 1
5. INTERIEUR
Stap 8
[7]
Selecteer partitie
opties
Z10:P1
P2 P3
[4]
[8]