OPTIONELE EXPANSIE MODULE, ZONES, SPEAKER BOX EN BEKABELDE DETECTOREN AANSLUITEN
A. Achter behuizing
B. Expansie module
C. Lokale interne sirene of flitser 6-12 VDC,
150 mA max.
D. Buitensirene MG441PDS of gelijkwaardige sirene
12VDC 350 mA max.
E. Antwoord apparaat
F. Sluit de bekabelde detectoren aan zoals getoond.
Let op:
Installeer de bekabelde detector op minimaal 2
meter afstand van de centrale.
Wat de twee bekabelde zones betreft: de centrale
rangschikt de gebeurtenissen volgens de gemeten
weerstand, zoals getoond in de onderstaande tabel.
E.O.L of Weerstand van de Sleutelschakelaar
Bereik
0 k ↔ ∼1.76 k
∼1.76 k ↔ ∼2.64
k
∼2.64 k ↔ ∼3.52
k
∼3.52 k ↔ ∼5.26
k
∞
∼5.26 k ↔
Notities voor de bekabeling van de EXPANSIE MODULE:
∗
*
Bekabelde zone
klemmen kunnen op een normally closed contact van een detector aangesloten worden, een
schakelaar of een drukknop, met een 2,2 K
voor stroomafname (tot 36mA) indien nodig.
D-304331 PowerMaster-30 G2 Installatiehandleiding
Zone
Sleutelschakelaar
Sabotage
Sabotage
Normaal
Inschakelen
Sabotage
Sabotage
Alarm
Uitschakelen
Sabotage
Sabotage
Figuur 3.9b – Zone
Ω
3. POWERMASTER-30 G2 INSTALLATIE
Opmerkingen:
1. De EOL-weerstanden zijn 2.2 k weerstanden
van 1/4 W, 5% meegeleverd met het paneel.
2. Als de inschakeling actief is, moet de bekabelde
zone in het beschermde gebied blijven.
G. Detector zonder sabotageschakelaar of
sleutelschakelaar
H. Detector met sabotageschakelaar of sabotage
sleutelschakelaar
I.
PGM-apparaat
J. Bekabelde zone A of B
K. Grond (GND)
∗ ∗ ∗ ∗
en sirene aansluiting
weerstand over het contact gezet. De 12V klem kan worden gebruikt
15