Oprijden
• Rijd in een rechte hoek en langzaam naar een hindernis of de stoeprand.
Vermeerder vlak voordat de voorwielen bijv. de stoeprand raken snelheid
en verminder pas snelheid wanneer ook de achterwielen over de hindernis
zijn gereden.
Afrijden
• Rijd in een rechte hoek en langzaam naar een hindernis. Verminder vlak
voordat de voorwielen de hindernis raken snelheid en houd deze snelheid
aan tot ook de achterwielen over de hindernis zijn gereden.
5.4
Antislipregeling
Opmerking
Op een glibberige ondergrond heeft de aandrijving de neiging iets te schokken. Dit gedrag wordt
veroorzaakt door de antislipregeling en is heel normaal.
Juist
Onjuist
35