VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————
a
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden over het selecteren
van steken vindt u in "Steken selecteren"
(pagina 52).
• Meer bijzonderheden over de steken die u
kunt naaien met de tweelingnaald vindt u in
"Steekinstellingen" (pagina 90).
• Selecteer een steekbreedte van 5,0 mm (3/16
inch) of minder.
VOORZICHTIG
●
Let op dat u de juiste steek selecteert
wanneer u de tweelingnaald gebruikt;
anders kan de naald breken, of kan de
machine beschadigd raken.
●
Selecteer een steekbreedte van 5,0 mm
(3/16 inch) of minder; anders kan de
naald breken of kan de machine
beschadigd raken.
●
Nadat u de steekbreedte hebt aangepast,
draait u het handwiel langzaam naar u
toe en controleert u dat de naald de
persvoet niet raakt. Als de naald de
persvoet raakt, kan de naald verbuigen of
breken.
b
Begin met naaien.
• Meer bijzonderheden over het beginnen met
naaien vindt u in "Beginnen met naaien"
(pagina 37).
Twee rijen steken worden parallel naast
elkaar genaaid.
VOORZICHTIG
●
Wanneer u de naairichting wijzigt, drukt
u op
(naaldstandtoets) om de naald
op te tillen van de stof; vervolgens haalt u
de persvoethendel omhoog en draait u de
stof.
22
Werken met draad die snel
afwindt
Wanneer u draad gebruikt die snel afwindt, zoals
doorzichtig nylon of metallic draad, plaatst u het
bijgesloten klosnetje over de klos, voordat u de klos
met garen op de klospin plaatst.
Is het klosnetje te lang, vouw het dan naar gelang de
grootte van de klos.
1
3
4
1 Klosnetje
2 Draadklos
3 Kloskap
4 Klospin
2