VOORBEREIDINGEN —————————————————————————————————————————————————
7
Zet de persvoethendel omhoog, leid de draad
door de persvoet en trek ongeveer 5 cm
(2 inch) draad naar de achterkant van de
machine.
1
1 5 cm (2 inch)
Het inrijgen van de bovendraad is hiermee
voltooid.
Nu u de bovendraad en de onderdraad hebt
ingeregen, kunt u beginnen met naaien.
Opmerking
● Als de naald niet omhoog staat, kan de
naaldinrijger de draad niet door de naald
leiden. Druk dus op de naaldstandtoets om
de naald omhoog te zetten alvorens de
naaldinrijger te gebruiken.
● Als de tweelingnaald is geïnstalleerd, kunt u
de naaldinrijger niet gebruiken. Meer
bijzonderheden vindt u in "Werken met de
tweelingnaald" (rechts).
20
Werken met de
tweelingnaald
Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen
van dezelfde steek naaien met twee verschillende
draden. Beide bovendraden moeten van dezelfde
dikte en kwaliteit zijn. Gebruik de tweelingnaald, de
extra klospin en de kloskap.
Meer bijzonderheden over de steken die u kunt
naaien met de tweelingnaald vindt u in
"Steekinstellingen" (pagina 90).
VOORZICHTIG
●
Gebruik uitsluitend de tweelingnaald
(onderdeelcode: X59296-001). Wanneer
u een andere naald gebruikt, kan de
naald breken, of kan de machine
beschadigd raken.
●
Gebruik nooit verbogen naalden.
Verbogen naalden kunnen gemakkelijk
breken, wat letsel tot gevolg kan hebben.
1
Installeer de tweelingnaald.
• Meer bijzonderheden over het installeren
van een naald vindt u in "De naald
vervangen" (pagina 26).
2
Rijg de bovendraad in voor het oog van de
linkernaald.
• Meer bijzonderheden vindt u in stap
van "De bovendraad inrijgen" (pagina 16).
3
Steek de bovendraad handmatig in de
linkernaald.
Steek de draad vanaf de voorkant door het oog
van de naald.
• U kunt de naaldinrijger niet gebruiken met
de tweelingnaald. Wanneer u de
naaldinrijger gebruikt met de tweelingnaald,
kan de naaimachine beschadigd raken.
1
a
t/m