De configuratie van het printerstuurprogramma wijzigen
48
Werken met het printerstuurprogramma
3) Voer de breedte, lengte en naam in en klik op [OK].
De geregistreerde naam verschijnt in het dialoogvenster.
OPMERKING
• De naam kan maximaal 30 tekens bevatten.
• U kunt de lengte-eenheid van "mm" naar "inch" veranderen.
Hoogte (lengte)
Breedte
Papier
4) Klik op [OK].
Het dialoogvenster [Aangepast papier toevoegen] wordt afgesloten en de
naam van het papierformaat dat u zojuist hebt geregistreerd, wordt vermeld
in het dialoogvenster [Lijst aangepast papier].
U kunt de informatie over uw aangepast papier als een informatiebestand voor
Aangepast papier (.udp-extensie) opslaan door op [Opslaan] te klikken. Wan-
neer u het aangepaste papierformaat via het informatiebestand Aangepast
papier wilt registreren, klikt u op [Open] om het bestand te selecteren.
BELANGRIJK!
Zelfs wanneer u papiersoorten gebruikt die in de Lijst aangepast papier zijn ge-
registreerd, kan het voorkomen dat het papier niet door de machine wordt gevoerd
afhankelijk van de papierkwaliteit, de omgevingsomstandigheden en de opslagom-
standigheden.
OPMERKING
• Door een naam en afmetingen in te voeren, selecteert u eenvoudiger
het papierformaat.
• De papierformaten die geregistreerd kunnen worden hangen af van
de printer die u gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van
uw printer voor meer informatie.
• Wanneer u de naam en/of het formaat van aangepast papier wilt
wijzigen, selecteert u de betreffende naam in de lijst en klikt u op
[Bewerken]. Wanneer u aangepast papier uit de lijst wilt verwijderen,
klikt u in de lijst op de betreffende naam en vervolgens op [Verwij-
deren].
Invoerrichting