Analoge ingangen optellen
Als er meer dan één analoge ingang wordt ingesteld voor
dezelfde functie, kunnen de waarden van de ingangen bij
elkaar op worden geteld. Bij de volgende voorbeelden gaan
we ervan uit dat Procesbron [321] is ingesteld op Toerental.
Voorbeeld 1: Signalen optellen met verschillende weging
(fijninstelling).
Signaal op AnIn1 = 10 mA
Signaal op AnIn2 = 5 mA
[511] AnIn1 Funct = Proces Ref.
[512] AnIn1 Setup = 4-20 mA
[5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm)
[5136] AnIn1 Fc Max = Max (1500 rpm)
[5138] AnIn1 Oper = Add+
[514] AnIn2 Fc = Proces Ref.
[515] AnIn2 Setup = 4-20 mA
[5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm)
[5166] AnIn2 FcMax = Eigen def.
[5167] AnIn2 WaMax = 300 rpm
[5168] AnIn2 Oper = Add+
Berekening:
AnIn1 = (10-4) / (20-4) x (1500-0) + 0 = 562.5 rpm
AnIn2 = (5-4) / (20-4) x (300-0) + 0 = 18.75 rpm
De actuele procesreferentie wordt dan:
+562.5 + 18.75 = 581 rpm
Aftrekken van analoge ingangen
Voorbeeld 2: Twee signalen aftrekken
Signaal op AnIn1 = 8 V
Signaal op AnIn2 = 4 V
[511] AnIn1 Funct = Proces Ref.
[512] AnIn1 Setup = 0-10 V
[5134] AnIn1 FcMin = Min (0 rpm)
[5136] AnIn1 FcMax = Max (1500 rpm)
[5138] AnIn1 Oper = Add+
[514] AnIn2 Funct = Proces Ref.
[515] AnIn2 Setup = 0-10 V
[5164] AnIn2 FcMin = Min (0 rpm)
[5166] AnIn2 FcMax = Max (1500 rpm)
[5168] AnIn2 Oper = Sub-
Berekening:
AnIn1 = (8-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 1200 rpm
AnIn2 = (4-0) / (10-0) x (1500-0) + 0 = 600 rpm
De actuele procesreferentie wordt dan:
+1200 - 600 = 600 rpm
AnIn1 Setup [512]
De instelling van de analoge ingang wordt gebruikt om de
analoge ingang te configureren in overeenstemming met het
gebruikte signaal dat op de analoge ingang wordt
aangesloten. Met deze keuze kan de ingang worden
aangewezen als stroomgeregelde (4-20 mA) of
spanningsgeregelde (0-10 V) ingang. Er zijn andere keuzes
beschikbaar voor het gebruik van een drempel (live zero),
108
Functiebeschrijving
een bipolaire ingangsfunctie of een door de gebruiker
gedefinieerd ingangsbereik. Een referentiesignaal met
bipolaire ingang maakt het mogelijk om de motor in twee
richtingen aan te sturen. Zie Fig. 85.
LET OP: Het kiezen van spannings- of stroomingang vindt
plaats met S1. Als de schakelaar in de spanningsstand
staat, kunnen alleen de menu-items voor spanning
worden gekozen. Als de schakelaar in de stroommodus
staat, kunnen alleen de menu-items voor stroom worden
gekozen.
512 AnIn1 Setup
A
Stp
Standaard:
4-20 mA
Afhankelijk van Instelling van schakelaar S1 (controlprint)
De stroomingang heeft een vaste drempel
van (Live Zero) van 4 mA en regelt het
4–20mA
0
volledige bereik voor het ingangssignaal.
Zie Fig. 87.
Normale configuratie van de volledige
stroomschaal van de ingang die het
0–20mA
1
volledige bereik voor het ingangssignaal
regelt. Zie Fig. 86.
De schaal van de stroomgeregelde ingang
die het volledige bereik voor het
Eigen mA
2
ingangssignaal regelt. Kan worden bepaald
door de geavanceerde AnIn Min- en AnIn
Max-menu's.
Stelt de ingang in voor een bipolaire
Eigen
stroomingang, waarbij de schaal het bereik
Bipol
3
voor het ingangssignaal regelt. Schaal kan
mA
worden gedefinieerd in geavanceerd menu
AnIn Bipol.
Normale configuratie van de volledige
spanningsschaal van de ingang die het
0–10V
4
volledige bereik voor het ingangssignaal
regelt. Zie Fig. 86.
De spanningsingang heeft een vaste
drempel van (Live Zero) van 2 V en regelt
2–10V
5
het volledige bereik voor het
ingangssignaal. Zie Fig. 87.
De schaal van de spanningsgeregelde
ingang die het volledige bereik voor het
Eigen V
6
ingangssignaal regelt. Kan worden bepaald
door de geavanceerde AnIn Min- en AnIn
Max-menu's.
Stelt de ingang in voor een bipolaire
Eigen
spanningsingang, waarbij de schaal het
Bipol
7
bereik voor het ingangssignaal regelt.
V
Schaal kan worden gedefinieerd in
geavanceerd menu AnIn Bipol.
4-20mA
Emotron AB 01-3695-03r2