REMKO serie KWP
AANWIJZING
Als de minimum mediumvolumes
van de installatie wordt
onderschreden, kunnen
functiestoringen het gevolg zijn.
Compensatoren
Om de trillingen van de
koudwater-generator niet op
de installatiedelen over te brengen,
adviseren wij aanvullend op
de victaulic-verbindingen het
aansluiten van leidingen op het
apparaat door compensatoren uit
te voeren.
Compensatoren
Afsluitklep
Compensator
Statische
Aansluiting KWP
bevestiging
Membraan-expansievat (MAG)
Om drukschommelingen bij stilstand
door temperatuurschommelingen
te voorkomen moeten
membraanexpansievaten met
stikstofvulling (vochtneutraal)
worden opgenomen in de installatie.
In de apparaten KWP...P, KWP...SP
bevinden zich standaard een MAG.
Het volume van deze MAG's
zijn alleen voor de apparaten
ontworpen. In de installatie is
een op de installatie vervaardigd,
overige MAG vereist.
Voor de apparaten KWP is een
afzonderlijk ontwerp vereist.
Een geschatte bepaling kan
met 5...10% MAG-volume van
het installatievolume worden
berekend.
De voordruk van alle MAG's
moeten worden ingesteld op
de installatie.
28
Circulatiepomp bij KWP..P en
KWP..SP
Bij apparaten zonder reservoir is
een externe circulatiepomp voor
het realiseren van de nominale
volumestroom binnen
de koudwater-generator vereist!
De aansturing volgt door een
regelaar van de koudwater-
generator via de klemmenstrook.
Veiligheidsklep 6,0 bar
Veiligheidsventielen begrenzen
een te hoge werkdruk door een
te grote opwarming of overvulling
van het bedrijfsmedium. Voor
de uitlaat van het ventiel is een
afvoer naar een afvoerleiding
noodzakelijk. Bij het gebruik
van glycol moeten de lokale
milieuvoorschriften worden
opgevolgd.
In het apparaat bevindt zich
standaard een veiligheidsklep.
Afsluitkleppen
In koudwater-installaties moeten
in principe afsluitkleppen met
volledige doorvoer worden
ingezet. Voor servicedoeleinden
is de mediuminlaat en
mediumuitlaat met afsluitkleppen
uitgerust (evt. veiligheidskleppen
voorzien).
Ontluchtingskleppen
Het apparaat beschikt over handmatige
ontluchtingskleppen. Na het vullen
van de installatie kan het apparaat
hier separaat worden ontlucht.
Bovendien moeten automatische
ontluchtingsventielen in het hoogste punt
in de verzamelleiding worden gemonteerd.
LET OP
Bij het gebruik van glycolhoudende
media zijn glycolbestendige
ontluchtingsventielen
noodzakelijk.
Vul- en aftapaansluiting
In het vorstbestendige bereik
moet een aansluiting worden
aangebracht om de buizen te
ledigen (met name bij het gebruik
van het medium water). Bij
het gebruik van glycol moeten
de lokale milieuvoorschriften
worden opgevolgd.
Vuilopvangbak
Er moet een spoelbare vuilopvangbak
voor de apparaatinlaat worden
ingebouwd. De maasgrootte mag
niet minder zijn dan 10 mazen/cm².
Voor en achter de vuilopvangbak
moeten afsluitkleppen worden
geplaatst.
LET OP
Onjuist ingebouwde of
ontbrekende vuilopvangbakken
kunnen verontreinigingen van
de plaatwarmtewisselaar veroorzaken.
Vorstbeveiliging (accessoire)
Als medium van een koudwater-
installatie wordt in principe een
water/glycolmengsel gebruikt.
Afhankelijk van het gebruikte
glycoltype en de -hoeveelheid wijzigt
de viscositeit hiervan, het drukverlies
neemt toe en het afgegeven
koel- resp. verwarmingsvermogen
van het apparaat neemt af. Alle
installatiecomponenten moeten zijn
vrijgegeven voor het gebruik met glycol.
Wij adviseren om aan het water
een 34%-aandeel ethyleenglycol
met inhibitoren bij te mengen
voor corrosiebescherming. Deze
concentratie waarborgt een
vorstbescherming tot -20 °C, bij
lagere temperaturen ontstaat een
ijsbrij die geen explosief effect
meer heeft.
Kan het medium met drinkwater
of levensmiddelen in aanraking
komen