REMKO serie KWP
Aansluiting van
de mediumleidingen
De gebouwaansluiting van
■
de koudemiddelleidingen gebeurt
aan de achterkant van de apparaten.
Voor servicedoeleinden moeten
■
de aansluitingen worden
voorzien van afsluitkleppen
en de volumestroom moet
worden ingesteld met
strangregelventielen.
In de voorloop en retour moeten
■
op het hoogste punt van de
installatie extra automatische
ontluchtingsventielen worden voorzien.
De mediumleidingen mogen
■
geen statische belastingen
uitoefenen op het apparaat.
De aangesloten leidingen mogen
■
geen thermische of mechanische
belasting veroorzaken bij het
apparaat.
Evt. leiding koelen, resp. met een
tweede gereedschap tegenhouden.
Als het apparaat aanvankelijk eerst
■
met een deel van de complete
installatie wordt gebruikt, moet
de mediumvolumestroom van het
ontbrekende installatieonderdeel
door strengregelventielen worden
gesimuleerd.
De buisafmeting moet dusdanig worden
■
geplaatst dat de voorgeschreven
minimumvolumestroom niet wordt
onder-schreden.
LET OP
!
Voor het realiseren van
de minimumvolumestroom moet
een continu grote volumestroom
veilig worden gesteld.
Buisgeleiding
KWP 400-1750
Geen
buisgeleiding
mogelijk
Vrije buis-
geleiding
mogelijk
26
Victaulic verbindingen
Het aansluiten op de apparaten
geschiedt middels victaulic-
verbindingen. De victaulic-
verbindingen bieden veel voordelen,
zoals bijv. trilingsverminderingen
van de interne buisleidingen
op het lokale leidingstelsel. De
buissteunen maakt het lassen of een
schroefdraadverbinding met het
leidingstelsel ter plaatse mogelijk.
De verbinding wordt in de volgende
afbeeldingen weergegeven:
Victaulic verbindingen
Bron: Victaulic
Mediumleidingen
De mediumleidingen kunnen als koper-,
staal- of kunststofbuizen zijn uitgevoerd.
Om drukverlies te minimaliseren moeten
alleen stromingsgunstige fittingen
worden gebruikt.
Bij het plaatsen moeten de bij
koudwatersystemen grote
volumestromen, hogere
drukverliezen als gevolg van
een water-glycolmengsel en
de minimumvolumestroom van
de koudwater-generator in acht
worden genomen.
De leiding moet dampdiffusiedicht
worden geïsoleerd, evt. moet de
actuele En EV in acht worden
genomen. In het buitenbereik
moet een UV-bestendigheid
worden gerealiseerd.
Druk- en temperatuurweergaven
De ter plaatse te installeren
druk- en temperatuurweergaven
in de in- en uitlaat worden
gebruikt voor de instelling van
de mediumvolumestroom. De
weergaven moeten afsluitbaar zijn.
In de koudwater-generator
bevinden zich temperatuursensoren
in de mediuminlaat, mediumuitlaat
alsook op de condensator. Via
de regelaar kunnen de waarden van
de sensoren worden opgevraagd.
Strangregelventielen
Met door de klant te leveren
strangregelventielen worden
de binnen het leidingontwerp
berekende individuele drukverliezen
voor elk individueel apparaat
aangepast aan de totale installatie.
Door het drukverlies worden
de nominale volumestromen
van het medium aangepast
aan de noodzakelijke waarden.
Wellicht is een strangregelventiel
in de voorloopleiding voor het
regelen van de volumestroom
bij een te hoge pompdruk vereist.