5.5
Aansluiting
OPMERKING
Risico bedrijfsproblemen door leidingvervuiling!
Deeltjes, metaal-/kunststofspanen, hennep- en weefselbandresten en
dergelijke materialen kunnen zich in pompen, afsluiters en warmtewisse-
laars afzetten.
▶ Vermijd vaste deeltjes in het leidingwerk.
▶ Leidingcomponenten en -verbindingen niet direct op de vloer plaat-
sen.
▶ Waarborg dat er geen spanen in de leiding achterblijven.
Teneinde schade aan de broncircuitpomp te vermijden mogen alleen ko-
peren, niet-corrosieve of diffuusdichte PE-leidingen worden gebruikt
tussen de warmtepomp en het broncircuit. Binnen mogen alleen metalen
leidingen van koper of niet-corrosieve materialen worden gebruikt.
Afb. 12 Aansluitingen warmtepomp op bronsysteem
[1]
Broncircuit IN vanaf bodembron
[2]
Broncircuit UIT naar bodembron
Compress 7000 LW – 6721820219 (2020/09)
22-28 kW
5.5.1
Isolatie
Alle cv- en bronleidingen moeten worden uitgerust met passende ther-
mische en dampdichte isolatie conform de geldende normen.
5.5.2
Sluit de warmtepomp aan op het broncircuit
De vulinrichting, het expansievat, het overdrukventiel en de manometer
moeten zijn geïnstalleerd in het broncircuit (niet meegeleverd).
▶ Installeer de vulinrichting dicht bij de broninlaat.
▶ Installeer het expansievat (conform EN 12828).
▶ Installeer het veiligheidsventiel. Moet verticaal worden geïnstalleerd
(conform EN 12828).
▶ Installeer de afsluiter met vuilfilter. Deze moet tussen de vulinrichting
en de warmtepomp worden geïnstalleerd, dicht bij de bron IN-aan-
sluiting.
▶ Sluit het broncircuit IN vanaf bodembron aan.
▶ Sluit de broncircuit-uitlaat aan.
38-48 kW
1
2
Installatie
1
2
0010031458
13