Inhoudsopgave
Advertenties
2 | Voorschriften
2.1
Waterkwaliteit
Waterkwaliteit in de cv-installatie
Warmtepompen werken bij lage temperaturen dan vele andere cv-instal-
laties Dat wil zeggen, de thermische ontluchting is minder effectief dan
bij installaties met elektisch/olie-/gasgestookt cv-toestel en het zuurstof-
gehalte is nooit zo laag als in dergelijke installaties. Daardoor is de cv-in-
stallatie bij agressief water gevoeliger voor corrosie.
Wanneer de cv-installatie regelmatig moet worden gevuld of bij de mon-
stername van het cv-water wordt geconstateerd, dat het water niet hel-
der is, zijn preventieve maatregelen nodig.
Preventieve maatregelen kunnen zijn, dat de cv-installatie met een mag-
netietafscheider en een ontluchtingsventiel wordt uitgebreid.
Maatregelen bij cv-installaties, die herhaaldelijk moeten worden bijge-
vuld:
▶ Waarborg, dat het volume van het expansievat voldoende groot is
voor het volume van de cv-installatie.
▶ Expansievat vervangen.
▶ Controleer de cv-installatie op lekkage.
Een systeemscheiding via een warmtewisselaar is eventueel noodzake-
lijk, wanneer de in de tabel 2 gespecificeerde grenswaarden niet kunnen
worden bereikt.
Aan het water uitsluitend niet toxische additieven voor verhoging
van de pH-waarde toevoegen en het water schoon houden.
De in de tabel 2 gespecificeerde grenswaarden zijn nodig, om de vermo-
gensspecificaties en het bedrijf van de warmtepomp gedurende de ge-
hele levensduur te waarborgen.
Waterkwaliteit
Hardheid
Zuurstofgehalte
Koolstofdioxide, CO
2
-
Chloorionen, Cl
Sulfaat, SO
4
Geleidbaarheid
pH-waarde
Tabel 2 Waterkwaliteit
Extra waterbehandeling voor vermijden van kalkaanslag
Een slechte cv-waterkwaliteit bevordert de slib- en kalkvorming. Dit kan
leiden tot functiestoringen en beschadiging van de warmtewisselaar in
de warmtepomp. Conform de actuele richtlijn VDI 2035 "Vermijden van
schade in warmwater-cv-installaties" en afhankelijk van de hardheid van
het vulwater, volume en totale vermogen van de installatie, kan eventueel
een waterbehandeling nodig zijn, om schade vanwege kalkafzettingen te
verhinderen.
Bij overschrijding van de in de tabel 2 gespecificeerde grenswaarden
voor de waterhardheid neemt het vermogen van de warmtepomp na ver-
loop van tijd af. Wanneer de beïnvloeding van het vermogen kan worden
aangenomen, zijn de in afbeelding 1 gespecificeerde grenswaarden no-
dig, om het correcte gebruik van de warmtepomp gedurende de gehele
levensduur te waarborgen.
Warmtepomp-
Totaalalkalini-
vermogen [kW]
teit/totale
hardheid van
het vulwater
[°dH]
Q < 50
Eisen conform
afbeelding 1
Tabel 3 Tabel voor warmtepompen
4
<3 °dH
<1 mg/l
<1 mg/l
<250 mg/l
<100 mg/l
<350 μS/cm
7,5 – 9
Maximale hoeveelheid vul- en
3
bijvulwater V
[m
]
max
Eisen conform afbeelding 1
V [m
3
]
2,60
2,40
2,20
2,00
1,80
1,60
1,40
1,20
1,00
0,80
0,60
0,40
0,20
0,00
0
5
Afb. 1
Grenswaarden voor waterbehandeling bij warmtepompinstalla-
ties
A
Boven de curve volledig gedemineraliseerd vulwater met een
elektrisch geleidingsvermogen ≤ 10 microSiemens/cm gebrui-
ken.
B
Onder de curve onbehandeld leidingwater gebruiken. Bijvullen re-
kening houdend met de drinkwatervoorschriften.
H
Waterhardheid.
w
V
Totale waterhoeveelheid: vul- en bijvulwater van de cv-installatie
gedurende de levensduur van de warmtepomp.
Wanneer de totale waterhoeveelheid boven de grenscurve in het di-
agram ligt (afb. 1), moeten passende maatregelen voor de waterbe-
handeling worden genomen.
Passende maatregelen zijn:
• Gedemineraliseerd vulwater met een elektrisch geleidingsvermogen
≤ 10 microSiemens/cm gebruiken.
Om te voorkomen dat zuurstof het cv-water binnendringt, moet het ex-
pansievat passend zijn gedimensioneerd.
Wanneer diffusie-open buizen worden geïnstalleerd, is een systeem-
scheiding via een warmtewisselaar noodzakelijk.
EnviLine A/W Monoblock • 6721824770 2022/03
A
B
10
H
[°dH]
W
0010036248-002
15
Advertenties
Inhoudsopgave
