Inhoudsopgave
Advertenties
5 | Installatie
Warmte-
Delta warmtedra-
pomp
ger (K)
5s
5
7s
5
9s
5
13t
5
17t
5
1) Voor buizen en componenten tussen warmtepomp en binnenunit.
2) Bij de berekening van de buislengten is rekening gehouden met de installatie van een 3-wegklep in het warmwatercircuit van de installatie.
3) Deze buislengte geldt, wanneer in het warmwatercircuit van de installatie geen omschakelventiel is geïnstalleerd.
Tabel 7 Leidingafmetingen en maximale buislengten (enkelvoudig traject) bij aansluiting van de warmtepomp op de binnenunit IDU Monoblock E met ge-
ïntegreerde elektrische bijverwarming
5.5.2
Condensafvoerbuis
OPMERKING
Schade door vorstgevaar!
Wanneer het condens bevriest en niet van de warmtepomp kan worden
afgevoerd, is schade aan de verdamper mogelijk.
▶ Bij mogelijke ijsvorming in de condensslang altijd een tracing installe-
ren.
Condens via een vorstvrije, eventueel van tracing voorziene afvoer van
de warmtepomp afvoeren. De afvoer moet voldoende helling hebben,
zodat water niet in de afvoerleiding kan blijven staan.
Het condens kan in een kiezelbed, een steenbak of in een regenwateraf-
voer worden geleid.
▶ 32 mm kunststof leiding van de condensaansluiting naar een afvoer
installeren.
▶ Aansluiting van een tracing hoofdstuk 7.1.
1
2
Afb. 17 Aansluitingen condensafvoerbuizen, geldig voor alle grootten
[1]
Condensafvoer in het rioolnet
[2]
Condensafvoer in kiezelbed/steenbak
[3]
Aansluiting condensafvoerbuis
14
Nominaal de-
Maximale drukaf-
1)
biet (l/s)
name (kPa)
0,32
55
0,34
57
0,43
44
0,63
34
0,82
10
3
AX20 binnen-Ø
AX25 binnen-Ø
15 (mm)
18 (mm)
Maximale buislengte [A, 16] PEX (m)
9
23
8,5
21,5
10,5
5.5.3
Aansluiting van de warmtepomp op de binnenunit
OPMERKING
Materiële schade door te hoog draaimoment!
Wanneer aansluitingen te vast worden aangetrokken, is schade aan de
warmtewisselaar mogelijk.
▶ Bij de aansluitmontage maximaal een aandraaimoment van 150 Nm
gebruiken.
Korte leidingtrajecten buiten verminderen de warmteverliezen. Gebruik
van volledige geïsoleerde leidingen wordt geadviseerd.
▶ Leidingen conform hoofdstuk 5.5.1 gebruiken.
▶ Sluit de aanvoer naar de binnenunit op de warmtedrageruitgang van
de warmtepomp aan ( [1], afb. 18).
▶ Sluit de retour van de binnenunit op de warmtedrageringang van de
warmtepomp aan ( [2], afb. 18).
▶ Aansluitingen van de warmtedragerbuizen met een aandraaimoment
van 120 Nm aantrekken. Richt de kracht omlaag ( afb. 18) om een
zijdelingse belasting van de condensor te voorkomen.
Wanneer de aansluiting niet goed afdicht, kan de verbinding met een
aandraaimoment van maximaal 150 Nm worden aangetrokken. Wan-
neer de aansluiting dan nog niet goed afdicht, wijst dit op een bescha-
diging van de pakking of de aangesloten buis.
AX32 binnen-Ø
AX40 binnen-Ø
26 (mm)
33 (mm)
2)
30
30
30
24
30
3)
11
30
EnviLine A/W Monoblock • 6721824770 2022/03
3)
Advertenties
Inhoudsopgave
