Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Zet de MFT-bereikknop in de stand Bluetooth SET UP.
2.
Druk op de Bluetooth-knop (vergrendelingsknop) op de MFT, de MFT geeft "- - -" weer als er geen pairing bestaat of de
laatste drie cijfers van een pairingcode als er al een pairing bestaat.
Als deze drie cijfers de laatste drie cijfers zijn van uw Bluetooth-identiteitscode (bijv. 963), dan heeft de pairing al
plaatsgevonden. Als u de cijfers niet herkent of niet zeker bent, ga dan verder met het pairing-proces.
3.
(i)
Selecteer "Bluetooth" op de Symbian-hoofddesktop en zorg dat de functie is ingeschakeld.
(ii)
Selecteer het tabblad rechts om gepairede apparaten weer te geven.
(iii)
Selecteer de menuknop in de linkerbovenhoek en vervolgens het symbool "New Paired devices".
Opmerking: Als er een MFT-symbool aanwezig is, controleer dan of dit het serienummer heeft van uw MFT. Als dit niet het geval is,
verwijder dan de MFT van de Symbian en ga verder met de pairing-procedure.
4.
Druk opnieuw op de Bluetooth-knop (vergrendelingsknop) om het pairing-proces te starten, op het MFT-display verschijnt
"<> - - - -".
5.
Selecteer na de pairing het MFT-symbool op het display en selecteer vervolgens "OK".
6.
Voer de toegangscode "1234" en en selecteer "OK".
7.
De MFT geeft de laatste drie cijfers van uw Bluetooth-identiteitscode weer wanneer de pairing is geslaagd (bijv. <>963).
8.
Selecteer op het Symbian-apparaat de menuknop "Yes" in de linkerbovenhoek om de Symbian toe te staan om automatisch
verbinding te maken.
9.
Selecteer "Exit" om terug te keren naar de Symbian-hoofddesktop.
Bijlage C - Definities van installatiecategorieën
IEC 61010-2-030 omschrijft meetcategorieën II tot IV met betrekking tot hoge korte piekspanningen en locaties binnen elektrische
installaties.
Voorbeelden van elektrische installatiecategorieën zijn:
Categorie II - contactdozen,
Categorie III - de bedrading tussen de beveiliging en de contactdozen,
Categorie IV - de voeding naar de beveiliging van de consument vanaf de distributienetwerktransformator.
Bezoek voor meer informatie over categorieën de toepasselijke productpagina op www.megger.com.
Bijlage D - Veilige werkmethoden
Het is belangrijk om vóór het gebruik van het instrument en na het testen te controleren of de functies van het instrument werken.
Hierdoor kan worden gewaarborgd dat een gevaarlijke situatie niet door het instrument als veilig wordt beoordeeld. Bijvoorbeeld:
Door vóór het testen van het testcircuit te controleren of het spanningsbereik op een afzonderlijke stroombron correct wordt
gemeten als 230 VAC en dat opnieuw te controleren na het testen, kan worden voorkomen dat een stroomvoerend circuit
abusievelijk wordt gerapporteerd als stroomloos.
Bijlage E - Reiniging en onderhoud
De meetinstrument mogen uitsluitend worden geopend en gerepareerd door een erkende Megger-onderhoudsdienst of door Megger
Instruments Limited.
Gebruik voor de reiniging van het instrument een vochtige doek of isopropylalcohol indien beschikbaar. Gebruik voor de reiniging van
het display uitsluitend een pluisvrije doek.
Zie voor garantiereparaties bijlage G.
Bijlage F – Aardeverspreidingsweerstandstests - Basisprincipes
F.1
Werkingsprincipe (weerstandsmeting over drie aansluitingen)
De klassieke potentiaalvervaltest wordt gebruikt voor nauwkeurige meting van de weerstand van een aardelektrode met behulp van
extra pennen in de aarde die een circuit vormen voor de toevoer van de teststroom en spanningsmeting zoals bij de methode over twee
aansluitingen.
De MFT stuurt een AC-stroom met een gekende omvang door het geteste systeem en meet de spanning die daarin ontstaat zoals
aangegeven in figuur 4. De systeemweerstand is een eenvoudige verhouding volgens de wet van Ohm. In dit geval wordt de
potentiaalpen met vaste stappen in een rechte lijn bewogen tussen de geteste elektrode en de stroompen. Op elke locatie wordt
de weerstand berekend als R=V/I. Er wordt een grafiek uitgezet waarin de weerstand wordt afgezet tegen de positie van de
potentiaalpen, en het punt waar de curve het vlakst is geldt als de weerstand van de geteste elektrode.
Uit empirisch onderzoek is gebleken dat met goed geplaatste pennen deze methode kan worden verkort door de potentiaalpen op een
afstand van ca. 62% tussen de geteste elektrode en de stroomelektrode te plaatsen, m.a.w. op A = 0,62 x B.
30
Advertenties
Inhoudsopgave
