3.
Vul de tank (inhoud van 32 liter) met
dieselbrandstof tot 2,5 cm vanaf de onderkant
van de vulbuis.
4.
Draai de tankdop daarna stevig vast.
Bedieningsorganen
Serviceremmen
Het linker- en rechterrempedaal (Fig. 6) zijn
verbonden met het linker- en het rechtervoorwiel.
Omdat beide remmen onafhankelijk werken, kunt u de
remmen gebruiken om de machine een scherpe bocht
te laten maken of grip te laten houden als een wiel
slipt wanneer u de machine op heuvelachtig terrein
gebruikt. Nat of zacht gras kan echter worden
beschadigd als u de remmen gebruikt om een scherpe
bocht te maken. Om snel te stoppen, moet u beide
rempedalen tegelijk intrappen. Zet de remmen altijd
aan elkaar vast als u de tractie-eenheid vervoert.
3
1. Knop van parkeerrem
2. Rechterrempedaal
3. Linkerrempedaal
2
Figuur 6
1. Dop van brandstoftank
1. Linkerrempedaal
2. Rechterrempedaal
3. Borgarm
Parkeerrem
1
Steeds als de motor wordt afgezet, moet u de
parkeerrem in werking stellen om te voorkomen dat
de machine per ongeluk in beweging komt. Om de
parkeerrem in werking te stellen, drukt u op de
borgarm (Fig. 7), zodat deze vastzit aan het
rechterpedaal. Daarna trapt u beide pedalen helemaal
in en trekt u de knop van de parkeerrem uit (Fig. 6).
Vervolgens laat u de pedalen opkomen. Om de
parkeerrem uit te schakelen, trapt u beide pedalen in
totdat de knop van de parkeerrem wordt ingetrokken.
Voordat u de motor start, moet u echter de borgarm
losmaken van het linkerrempedaal zodat beide
pedalen onafhankelijk werken op elk voorwiel.
17
1
Figuur 5
2
3
Figuur 7
1