De ventilatie-unit reageert niet (meer) op de RF-bedieningen
Oorzaak
a) De batterij van de draadloze
bedieningsschakelaar is leeg.
b) De draadloze bedieningsschakelaar is niet
(meer) aangemeld op de ventilatie-unit.
c) De afstand tussen de ventilatie-unit en de RF-
bediening is te groot of het signaal ondervindt
te veel obstakels.
d) De merknamen van de draadloze
bedieningsschakelaar en de ventilatie-unit
komen niet overeen.
e) De print van de ventilatie-unit is defect.
Wanneer de laagstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator in de hoogstand draaien/wanneer de
hoogstand/timerstand wordt geactiveerd, gaat de ventilator gaat in de laagstand draaien
Oorzaak
a) Een temperatuursensor van de ventilatie-unit
zelf is defect.
De ventilator gaat (zonder duidelijke reden) plotseling veel harder of zachter draaien
Oorzaak
a) De draadloze bedieningsschakelaar van een
aangrenzende woning is aangemeld op
ventilator.
De ventilatie-unit reageert niet op de 3-standenschakelaar
Oorzaak
a) De stekker van de ventilatie-unit zit niet in een
wandcontactdoos.
b) Er staat geen spanning op de wandcontactdoos.
c) De schakeldraden van de 3-standenschakelaar
zijn verkeerd gemonteerd.
d) De print van de ventilatie-unit is defect.
De ventilatie-unit lekt water
Oorzaak
a) De condensafvoer is niet aangesloten.
b) De condensafvoer is verstopt.
Oplossing
Vervang de batterij.
●
Start de inbedrijfstellingsprocedure
●
opnieuw en meld de draadloze
bedieningsschakelaar aan.
Probeer de aanmelding opnieuw uit te
●
voeren. Als dit niet lukt, verplaats de RF-
bediening naar een plek waar hij minder
obstakels ondervindt.
Vervang de draadloze
●
bedieningsschakelaar door één van
hetzelfde merk als de ventilatie-unit.
Vervang de print en voer de
●
inbedrijfstellingsprocedure opnieuw uit.
Oplossing
Vervang de defecte temperatuursensor.
●
Oplossing
Maak de ventilatie-unit 15 seconden
●
deze
spanningsloos. Meld een reeds
aangemelde draadloze
bedieningsschakelaar (en sensoren) af
en meld hem (en sensoren) opnieuw aan.
Oplossing
Steek de stekker in een wandcontactdoos.
●
Herstel de spanning op de
●
wandcontactdoos.
Gebruik een andere wandcontactdoos.
●
Verbind de schakeldraden op de correcte
●
manier (zie aansluitschema).
Vervang de print en voer de
●
inbedrijfstellingsprocedure opnieuw uit.
Oplossing
Sluit één van beide condensafvoeren aan.
●
Ontstop de condensafvoer en probeer de
●
oorzaak te vinden.
37