Sluit geen voedingsapparaat aan op de LAN-kabel die aan de LAN-
poort is gekoppeld. Als u dit doet, kunnen schade of storingen
optreden.
1.
Schakel alle externe apparaten uit die op de computer zijn
aangesloten.
2.
Koppel één uiteinde van de kabel aan de LAN-poort. Duw voorzichtig
tot de vergrendeling vast klikt.
1. LAN-aansluiting
3.
Koppel het andere uiteinde van de kabel aan een LAN-hubconnector
of router. Raadpleeg de netwerkbeheerder en hardware- of
softwareleverancier voordat u een netwerkverbinding gebruikt of
configureert.
Aanvullende geheugenmodule
U kunt het geheugen van de computer uitbreiden om de hoeveelheid
beschikbaar systeemgeheugen te vergroten. In dit gedeelte wordt
beschreven hoe u een optionele geheugenmodule installeert en verwijdert.
Leg een doek onder de computer om te voorkomen dat het deksel
wordt beschadigd wanneer u de geheugenmodules plaatst/vervangt.
Gebruik geen doek van materiaal dat statische elektriciteit genereert
of vasthoudt.
Raak geen andere interne computeronderdelen aan als u een
geheugenmodule installeert of verwijdert.
Gebruik alleen geheugenmodules die zijn goedgekeurd door
TOSHIBA.
U mag een geheugenmodule niet installeren of verwijderen in de
volgende omstandigheden:
a. De computer is ingeschakeld.
b. De computer is afgesloten in de slaapstand of de sluimerstand.
c. Activering op LAN is actief.
d. De functie voor draadloze communicatie is ingeschakeld.
e. De functie Slaapstand en laden is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Afbeelding 4-5 De LAN-kabel aansluiten
2
1
2. LAN-kabel
4-31