Inhoudsopgave
Advertenties
28
Prestatiedata
28.1
620RE, 620RE4 en 620R prestatiegegevens
Pompomstandigheden
Alle prestatiegegevens in deze gebruikshandleiding zijn gemeten bij piekleidingdrukken.
Deze pomp kan gebruikt worden tot een piekdruk van 4 bar (58 psi) indien voorzien van een 620RE,
620RE4 of 620LG pompkop met hogedrukslangen. De pomp zal echter meer dan 4 bar (58 psi)
piekdruk genereren, als de leiding vernauwd is. Als het belangrijk is dat de piekdruk van 4 bar(58 psi)
niet wordt overschreden, moeten overdrukbeveiligingen in de leiding worden gemonteerd.
Viskeuze producten kunnen het beste worden verpompt met LoadSure slangelementen met een
wanddikte van 4,0 mm in 620RE en 620RE4 pompkoppen.
Opbrengsten zijn genormaliseerde testwaarden, die zijn verkregen met nieuwe slangen en met een
pompkop die rechtsom draait en verpompen van water met een temperatuur van 20 °C met een
verwaarloosbare aanzuig- en persdruk. De werkelijke debieten kunnen variëren door fluctuaties in
temperatuur, viscositeit, aanzuig- en persdrukken, systeemconfiguratie en veroudering van de slang.
Opbrengsten kunnen ook variëren door normale toleranties die bij de productie van de slang
ontstaan. Door deze toleranties zal bij kleinere binnendiameters een grotere opbrengstvariatie
ontstaan.
Voor nauwkeurige en herhaaldelijk dezelfde opbrengsten-prestatie is het belangrijk bij ieder nieuw
stuk slang de opbrengst onder bedrijfsomstandigheden te bepalen. De opbrengst van de 620R- en
620L pompkoppen is recht evenredig met de rotorsnelheid. Als u de pomp op een toerental wilt
gebruiken dat niet in de onderstaande tabellen is vermeld, dan kunnen opbrengstgegevens worden
verkregen door de in de onderstaande tabellen aangegeven maximale opbrengst te delen door het
maximaal aantal omwentelingen per minuut (tpm), en de uitkomst vervolgens te vermenigvuldigen
met het vereiste toerental in omwentelingen per minuut (tpm).
In normale omstandigheden verkrijgt men een maximale standtijd van rotor en slangen wanneer de
pomp langzaam draait, met name wanneer op hoge druk wordt gepompt. Om echter een goed
functioneren bij een druk boven 2 bar te houden, dient men te vermijden dat de pompkop onder 50
tpm draait Er wordt een kleinere doorlaat slang aanbevolen wanneer weinig opbrengst bij een hoge
druk gewenst is.
STA-PURE Serie PCS, STA-PURE Serie PFL en Marprene TM pompslangen zijn moeilijk in te drukken
wanneer ze nieuw zijn. Wanneer slangen vervaardigd uit deze materialen worden gebruikt, moeten
de eerste vijf omwentelingen van de pompkop op een toerental van 10 tpm of hoger plaatsvinden.
Wanneer de pomp langzamer draait, kan het zijn dat het in de software ingebouwde
veiligheidssysteem de pomp zal stoppen en als foutmelding aangeeft dat er te veel stroom wordt
getrokken.
Opmerking: De vermelde opbrengsten werden ter vereenvoudiging afgerond, maar zijn nauwkeurig
tot op 5 % - ruim binnen de normale opbrengst afwijkingen door de slangtolerantie. Ze dienen dan
ook als richtlijn. De werkelijke opbrengsten in iedere toepassing moeten proefondervindelijk worden
vastgesteld.
134
m-630pn-nl-09 02-02-2022
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
