Foutberichten op het bedieningspaneel
Dit hoofdstuk geeft informatie over het omgaan met foutberichten die op het
bedieningspaneel van het apparaat verschijnen.
Omgaan met veelvoorkomende foutberichten
De volgende berichten zijn veelvoorkomende berichten die op het bedieningspaneel van
het apparaat kunnen worden weergegeven.
Klep open of niet printcartridge
De klep van de printcartridge is open of er is geen printcartridge geïnstalleerd. Zorg dat de
printcartridge op de juiste wijze in het apparaat is geplaatst. Raadpleeg de naslaggids voor
meer informatie over het installeren van de printcartridge.
Controleer de printcartridge en controleer vervolgens of de klep van de printcartridge goed
dicht zit.
Als het probleem is opgelost, voltooit het apparaat de huidige opdracht of gaat terug naar
de stand Klaar.
Printerlade is leeg. Voeg papier toe
Het papier is op. Plaats papier in de papierinvoerlade of in de voorrangsinvoerlade. Voor
meer informatie over het plaatsen van papier in de invoerlades raadpleegt u de naslaggids.
Als er al papier is geplaatst, moet u dit verwijderen. Ga na of er papier is vastgelopen en
verwijder dit eventueel. Plaats vervolgens een nieuwe stapel papier in de invoerlade.
Als het probleem is opgelost, voltooit het apparaat de huidige opdracht of gaat terug naar
de stand Klaar.
Kritieke foutberichten
Wanneer een kritieke fout optreedt, wordt de huidige kopieer- of scantaak onderbroken en
verschijnt één van de volgende berichten op het bedieningspaneel van het apparaat:
●
●
●
●
●
●
●
NLWW
50 Fuser-fout
51 Laser-fout
52 Scannerfout
57 Ventil.-fout
79 Fout
CCD-Scanner
Fout
scannerlamp
storing
Foutberichten op het bedieningspaneel
117