Om een andere modus te selecteren, drukt u op de gewenste Patiëntmodus
Neonatal (Neonataal) of Adult (Volwassenen). De nieuwe Patiëntmodus
wordt nu gemarkeerd met een wit vakje.
NB: De Neonatale en de Volwassenenmodus hebben verschillende instellingen
tijdens gebruik. Druk op OK om de wijziging af te ronden.
Het Hoofdscherm toont nu het nieuwe Patiëntmoduspictogram.
Neonatale modus
De Neonatale modus wordt aangegeven door dit pictogram:
De Neonatale modus heeft een standaard instelpunt
Point, SP) temperatuur van 33,5 °C (92,3 °F).
Indien vereist door het klinisch protocol wijzigt u het instelpunt door gebruik
te maken van de instelpunttoets op het Hoofdscherm: Zie voor meer
informatie pagina 4-23.
NB: Als de machine wordt uitgeschakeld en een tijd verstrijkt van minimaal
10 minuten, gaat het instelpunt terug naar de fabrieksinstelling van 33,5 °C
voor TTM in Neonatale modus.
In de Neonatale modus wordt, wanneer de melding "Kernaflezing te laag"
wordt weergegeven, wat aangeeft dat de kernaflezing minimaal 2,0 °C onder
het instelpunt is of de kerntemperatuur van de patiënt lager is dan 31,0 °C:
Thermoregulering wordt gepauzeerd en het water stopt met naar de wrap
stromen.
Zie voor meer informatie pagina 4-24.
Volwassenenmodus
De Volwassenenmodus wordt aangegeven door dit pictogram:
De Volwassenenmodus heeft een standaard instelpunt (Set Point, SP)
temperatuur van 33,0 °C (91,4 °F).
Wijzig indien vereist het instelpunt door de instelpunttoets op het
Hoofdscherm te gebruiken:
Belmont Medical Technologies
CritiCool
Gebruikershandleiding
®
Hoofdstuk 4: Gebruiksaanwijzing
(Set
4-11