Als u het sleuteltje in de Aan-/Uit-schakelaar laat, bestaat de kans dat iemand de motor per
ongeluk start waardoor u of andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit de Aan-/Uit-schakelaar voordat u onderhoudswerkzaamheden
uitvoert aan het voertuig.
Gebruik in zware
omstandigheden
Belangrijk
Als het voertuig wordt gebruikt in de
hieronder genoemde omstandigheden, moeten de
onderhoudswerkzaamheden twee keer zo vaak worden
uitgevoerd:
• Gebruik in woestijngebied
• Gebruik bij lage temperaturen (beneden 0_C)
• Trekken van een aanhangwagen
• Veelvuldig gebruik op stoffige wegen
• Bouwwerkzaamheden
• Na langdurig gebruik in modder, zand, water, of
soortgelijke vuile omstandigheden moet u de remmen
zo snel mogelijk laten controleren en schoonmaken. Dit
voorkomt dat schurend materiaal overmatige slijtage
veroorzaakt.
• Als het voertuig veelvuldig in zware omstandigheden
wordt gebruikt, moet u vet in alle smeernippels spuiten.
Het voertuig opkrikken
Als u de motor laat lopen om routine-onderhoudswerk-
zaamheden uit te voeren en/of de motor te testen, moeten
de achterwielen van het voertuig zich 2,5 cm boven de
grond bevinden, waarbij de achteras moet steunen op de
steunpunten van de krik.
Gevaar
Een opgekrikt voertuig kan wankel staan en van
de krik glijden waardoor iemand die zich onder
het voertuig bevindt, letsel kan oplopen
• Start de motor niet als het voertuig is opgekrikt.
• Haal altijd het sleuteltje uit de schakelaar,
voordat u uit het voertuig stapt.
• Blokkeer de wielen als het voertuig is opgekrikt.
Voorzichtig
Het hefpunt aan de voorkant van het voertuig bevindt zich
op de voorzijde van het chassis achter de sleeplip (Fig. 28).
Het kriksteunpunt aan de achterkant van het voertuig
bevindt zich onder de achterasbuizen (Fig. 29).
m–7442
1. Kriksteunpunten aan de voorzijde
1
1. Kriksteunpunten aan de achterkant
28
1
Figuur 28
1
m–7443
Figuur 29