Een accu is onderhevig aan slijtage en heeft een beperkte
levensduur (Fig. 18). Een nieuwe accu heeft een
inrijperiode nodig om een efficiënte stroomproductie op
gang te brengen. Deze inrijperiode moet gewoonlijk 20 tot
50 ontlaad-/laadcycli omvatten.
4
3
1
2
Figuur 18
1. Accuvermogen
2. Ontlaad-/laadcycli
3. Inrijperiode (20 tot
50 cycli)
Na de inrijperiode zal de accu vele cycli lang een hoog
vermogen hebben. Het aantal cycli waarin een accu goede
prestaties zal leveren, is afhankelijk van de volgende zaken:
• Onderhoud van de accu – verkeerd onderhoud zal de
levensduur van een accu aanzienlijk bekorten.
• Diepte van de ontlading tussen laadcycli – Hoe dieper
een accu wordt ontladen tussen de laadcycli, des te
korter zal de levensduur van de accu zijn, zeker als
de accu regelmatig diep wordt ontladen.
• Laadfrequentie – het verdient aanbeveling een accu
steeds op te laden als deze niet wordt gebruikt.
Volledige ontlading van de accu's zal schade
veroorzaken en de levensduur ervan bekorten.
Aan het einde van de levensduur van een accu zal de
coating op de loden platen slijten, waardoor de accu zijn
vermogen om stroom te produceren, snel verliest.
m–7220
5
4. Beste deel van
levensduur van accu
5. Einde van levensduur van
accu
22
Gebruik van het accusysteem
Als de accu's volledig zijn opgeladen, zullen er op de
accumeter van links naar rechts 10 streepjes zichtbaar zijn
(Fig. 19).
1
2
Figuur 19
1. Accumeter/urenteller
Als u het voertuig gebruikt, zullen de streepjes verdwijnen
naarmate de stroom die de accu's leveren, wordt verbruikt.
Als er nog maar twee streepjes over zijn, gaat het rode
waarschuwingslampje op de meter branden en begint het
accu-icoontje op het scherm te knipperen (Fig. 20). Dit
duidt erop dat de accu's bijna leeg zijn, en dat u deze zo
snel mogelijk moet opladen om schade aan de accu's te
voorkomen.
1
Figuur 20
1. Accu-icoontje
m–7222
2. Streepjes van
laadindicator
2
m–7224
2. Waarschuwingslampje –
Aan