De functie Dichtplakken gebruiken
Het dichtplakken bij feeder voor verschillende formaten
U kunt de functie voor dichtplakken automatisch activeren of deactiveren. Zie
keenheid aan-/uitzetten
Het pictogram Dichtplakken in-/uitschakelen in het startscherm geeft de huidige staat
van de plakmodus aan.
Dichtplakken ingeschakeld
Dichtplakken uitgeschakeld
De plakeenheid kan standaard in- of uitgeschakeld zijn (zie supervisorinstellingen
standaardmodus voor dichtplakken instellen
De plakeenheid aan-/uitzetten
De plakeenheid
aan-/uitzetten
p.75.
Plaats geen dichtgeplakte enveloppen in de feeder wanneer dich-
tplakken is ingeschakeld: de enveloppen kunnen vastlopen.
U kunt de plakeenheid als volgt aan- en uitzetten:
1
Vanaf het bedieningspaneel:
Raak de zone Dichtplakken (
startscherm
Druk op
> Frankering > Dichtplakken
2
Selecteer de schakelaar (
keenheid in of uit te schakelen en druk vervolgens op [OK].
p.170).
/
of
en typ
2.4
of selecteer het pad:
) op het scherm om de pla-
De pla-
De
) aan op het
75
3